Voor analyses in het kader van onderhoud aan asfaltverhardingen volgens CROW-publicatie 210 ‘Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt’ [55] moet van te onderzoeken asfaltkernen de laagopbouw worden bepaald en gekarakteriseerd. Bij uitvoering conform Proef 77.1 van de Standaard RAW Bepalingen wordt een plak in de lengterichting van het monster of boorkern gezaagd. Na droging wordt de laagopbouw bepaald en de cumulatieve laagdikte bepaald. Als een cilinder schade vertoont, bijvoorbeeld uiteengevallen lagen, losliggende lagen of scheuren, dan mag de totale dikte van de asfaltconstructie worden afgeleid uit de meting in het boorgat.
De asfaltmengsels worden gekarakteriseerd door vermelding van de verschillende asfalttypen...