De mate van doorlatendheid wordt bepaald door de hoeveelheid holle ruimte en de onderlinge verbinding van de poriën. Bekledingen van waterkeringen moeten altijd gronddicht zijn en soms waterdicht. Als een gronddoorlatend asfaltmengsel zoals open steenasfalt wordt toegepast, dan moet een gronddicht filter worden aangebracht. Normaliter wordt de doorlatendheid niet beproefd, maar worden voor het vooronderzoek alleen (besteks)bepalingen opgesteld.
Waterbouwasfaltbeton en met gietasfalt gepenetreerde breuksteen zijn onder normale omstandigheden gronddichte en waterdichte bekledingen. Open steenasfalt is doorlatend voor grond en water; zandasfalt is alleen waterdoorlatend.