Hiervoor wordt, bij conventionele meting van de dichtheid in situ, de volgende procedure gehanteerd:
- Bepaal van tien monsters de dichtheid in situ (droge dichtheid).
- Bepaal vervolgens van de twee monsters met respectievelijk de op een na hoogste en de op een na laagste dichtheid in situ de maximumproctordichtheid met een nauwkeurigheid van 1 kg/m3. Bereken hiervan de gemiddelde waarde met een nauwkeurigheid van 1 kg/m3.
- Bereken, met een nauwkeurigheid van 1%, de verdichtingsgraad van de twee monsters met de op een na hoogste en de op een na laagste dichtheid in situ op basis van de...