De openbare ruimte is (voldoende) toegankelijk als iedereen die in principe zelfstandig aan het openbare leven kan deelnemen, hiervan zonder belemmeringen, bedreigingen of overmatige inspanningen gebruik kan maken. Dit geldt ook voor mensen met beperkingen wat betreft lopen, zien, horen of uithoudingsvermogen. In een toegankelijke openbare ruimte kunnen mensen zonder én met (tijdelijke) beperkingen zich veilig en zonder problemen naar behoefte verplaatsen en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.