Bijlage IX - Prestatie-eisen aan markering
Prestatie-eisen gesteld aan markeringen (Standaard RAW Bepalingen 2000, wijziging december 2002)
Hieronder volgen de eisen die aan markeringsmaterialen gesteld zijn in de Standaard RAW Bepalingen 2000, wijziging december 2002.
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt in materiaalsoort, zoals verf, thermo, koudplast en voorgevormd. De bijbehorende meetmethoden zijn beschreven in NEN-EN 1436. De in geel gemarkeerde tekst maakt geen deel uit van de tekst in de Standaard RAW Bepalingen; deze tekst is vermeld ter informatie.
Bij lid 06 wordt opgemerkt dat in Nederland vooralsnog Qd-meting niet is doorgevoerd (de norm staat dit toe) omdat hierover nog steeds internationaal een discussie wordt gevoerd (wordt meegenomen in de revisie van EN 1436).
Opmerking bij lid 07 en 08: de meetmethode is uitvoerbaar en reproduceerbaar voor natte omstandigheden, maar niet bij regen. Om deze reden wordt RR0 gehanteerd.
Hieronder volgen de eisen die aan markeringsmaterialen gesteld zijn in de Standaard RAW Bepalingen 2000, wijziging december 2002.
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt in materiaalsoort, zoals verf, thermo, koudplast en voorgevormd. De bijbehorende meetmethoden zijn beschreven in NEN-EN 1436. De in geel gemarkeerde tekst maakt geen deel uit van de tekst in de Standaard RAW Bepalingen; deze tekst is vermeld ter informatie.
Bij lid 06 wordt opgemerkt dat in Nederland vooralsnog Qd-meting niet is doorgevoerd (de norm staat dit toe) omdat hierover nog steeds internationaal een discussie wordt gevoerd (wordt meegenomen in de revisie van EN 1436).
Opmerking bij lid 07 en 08: de meetmethode is uitvoerbaar en reproduceerbaar voor natte omstandigheden, maar niet bij regen. Om deze reden wordt RR0 gehanteerd.
32.12.07 Aanbrengen markeringen, eisen aan het resultaat
Het bepaalde in artikel 32.12.07 lid 05 tot en met lid 08 uit de Standaard RAW Bepalingen 2000 vervalt en wordt vervangen door het bepaalde in de leden 05 tot en met 09.
| 05 | Een markering moet voldoen aan NEN-EN 1436 ‘Wegmarkeringsmaterialen – Eisen gesteld aan de wegmarkering ten behoeve van de weggebruiker’, waarbij de in de leden 06 tot en met 09 aangegeven klassen gelden. | |
| 06 | De dagzichtbaarheid van een markering moet voldoen aan klasse Q0, terwijl de luminantiefactor voor witte markeringen moet voldoen aan klasse B3 en voor gele markeringen aan klasse B1. | |
| Q0: | Qd = geen eis | |
| B3: | ß ≥ 0,40 | |
| B1: | ß ≥ 0,20 | |
| 07 | De nachtzichtbaarheid van een markering uitgevoerd in reflecterend markeringsmateriaal moet voldoen aan de klassen R2, RW0 en RR0. | |
| R2: | Rl ≥ 100 | |
| RW0: | geen eis onder natte omstandigheid | |
| RR0: | geen eis bij regen | |
| 08 | In afwijking van het bepaalde in de leden 06 en 07 moet een markering met een verbeterde retroreflecterende werking onder natte omstandigheden (zoals een geprofileerde markering) voldoen aan de volgende klassen:
| |
| Q3: | Qd ≥ 130 | |
| R2: | Rl ≥100 | |
| RW2: | RW ≥ 35 (onder natte omstandigheid) | |
| RR0: | geen eis bij regen | |
| 09 | De stroefheid van een markering die uitgevoerd is in markeringsmateriaal met een droge laagdikte van minder dan 0,5 mm moet voldoen aan klasse S2. De stroefheid van een markering uitgevoerd in een droge laagdikte van 0,5 mm en meer moet voldoen aan klasse S3. De stroefheid van een markering met een verbeterde retroreflecterende werking onder natte omstandigheden, zoals een geprofileerde markering, moet voldoen aan klasse S1. | |
| S2: | SRT 50 | |
| S3: | SRT 55 | |
| S1: | SRT 45 | |