BPKV sancties
Het door de opdrachtnemer niet voldoen aan wat hij heeft aangeboden, leidt tot concurrentievervalsing. Daarnaast wordt de opdrachtgever wezenlijk tekort gedaan doordat hij minder waarde geleverd krijgt dan waar hij recht op heeft. Om deze redenen is een sanctiebeleid nodig zowel bij prestatiecriteria als bij kwaliteitscriteria.
Uit de aard van de zaak kan een BPKV-sanctie alleen toegepast worden als de tekortkoming niet meer te herstellen is, dus als de beloofde prestatie niet geleverd is en het ook onmogelijk is geworden om die prestatie alsnog te leveren. In het Nederlandse recht is nakoming van de overeenkomst het uitgangspunt, en komt schadevergoeding alleen in beeld als nakoming niet meer mogelijk of zinvol is. Zie voor meer uitleg bijlage 5, Handleiding BPKV-sanctie.
Sancties bij prestatiecriteria
De situatie bij prestatiecriteria is relatief eenvoudig. Voldoet de opdrachtnemer niet aan de door hem zelf in zijn inschrijving opgegeven prestatie, dan blijft hij in gebreke en dupeert hij de opdrachtgever direct. De schade voor de opdrachtgever is meer dan de ingezette BPKV-waarde (bedrag waarmee de inschrijving fictief verminderd is). Er ontstaat imagoschade voor de opdrachtgever omdat gedane beloftes naar de gebruikers en de omgeving bijgesteld moeten worden. De totale schade is dus hoger dan die door opdrachtgever in het BPKV-rekenblad is ingezet. Voorts zullen effecten optreden die als concurrentievervalsing zijn aan te merken. Per saldo moet de boete dus hoger zijn dan de ingezette BPKV-waarde. Aanbeveling is dat de boete 1,5 keer zo hoog is als de ingezette BPKV-waarde.
De situatie bij prestatiecriteria is relatief eenvoudig. Voldoet de opdrachtnemer niet aan de door hem zelf in zijn inschrijving opgegeven prestatie, dan blijft hij in gebreke en dupeert hij de opdrachtgever direct. De schade voor de opdrachtgever is meer dan de ingezette BPKV-waarde (bedrag waarmee de inschrijving fictief verminderd is). Er ontstaat imagoschade voor de opdrachtgever omdat gedane beloftes naar de gebruikers en de omgeving bijgesteld moeten worden. De totale schade is dus hoger dan die door opdrachtgever in het BPKV-rekenblad is ingezet. Voorts zullen effecten optreden die als concurrentievervalsing zijn aan te merken. Per saldo moet de boete dus hoger zijn dan de ingezette BPKV-waarde. Aanbeveling is dat de boete 1,5 keer zo hoog is als de ingezette BPKV-waarde.
Voorbeeld BPKV-sanctie bij een prestatiecriterium
Als een kwaliteitswaarde van € 50.000,- per week ‘eerder operationeel gereed’ wordt gesteld, dan is de boete bij overschrijden van de aangeboden datum € 75.000,- per week.
Belangrijk is te beseffen dat de BPKV-sanctie nooit toegepast mag worden op een overschrijding van een termijn die niets met de BPKV te maken heeft. Indien bijvoorbeeld de vraagspecificatie een uiterste opleverdatum voorschrijft en de BPKV eerder opleveren beloont, dan gaat de BPKV (en dus ook de BPKV-sanctie!) alleen over het “eerder” opleveren dan de uiterste opleverdatum (en niet over overschrijding van de uiterste opleverdatum!). Voorbeeld: Een gegadigde die aanbiedt op de uiterste opleverdatum op te leveren, zal een 6 scoren in de BPKV (niet of nauwelijks meerwaarde). Een gegadigde die aanbiedt later dan de uiterste opleverdatum op te leveren, voldoet niet aan de vraagspecificatie zodat de inschrijving ongeldig is. Alleen een gegadigde die aanbiedt eerder op te leveren, zal dus gaan scoren op dit prestatiecriterium. Stel dat een gegadigde in de BPKV € 200.000,- fictieve vermindering van de inschrijvingssom heeft gekregen door aan te bieden om vier weken eerder op te leveren. Als deze gegadigde uiteindelijk later oplevert dan de uiterste opleverdatum, dan heeft de BPKV-sanctie alleen betrekking op de periode tot de uiterste opleverdatum, omdat de BPKV alleen betrekking had op “eerder opleveren” en niet op “later opleveren”. De BPKV-sanctie blijft in dit geval dan ook beperkt tot € 300.000,- (1,5 x € 200.000,-), ook als de gegadigde later oplevert dan de uiterste opleverdatum. Het later opleveren dan de uiterste opleverdatum kan niet bestraft worden met de BPKV-sanctie omdat in de BPKV alleen eerder opleveren werd beoordeeld. Derhalve zal het contract een afzonderlijke sanctie moeten bevatten voor opleveren na de uiterste opleverdatum. Dit is een logisch gevolg van het toegepaste systeem dat ook aan de hand van het voorbeeld duidelijk gemaakt kan worden. Stel dat een gegadigde wint die aanbiedt precies op de uiterste opleverdatum op te leveren, zodat hij een 6 heeft gescoord in de BPKV (geen fictieve vermindering van de inschrijvingssom). En stel dat deze partij pas later oplevert dan de uiterste opleverdatum. Dat kan natuurlijk nooit bestraft worden met de BPKV-sanctie, want hij heeft immers in de BPKV niets verdiend met eerder opleveren.
Daarnaast moet opgepast worden met de situatie dat in het contract reeds een boete is gekoppeld aan het onderwerp van een prestatiecriterium (bijvoorbeeld eerder opleveren). Dan mag geen dubbeling ontstaan. Indien reeds een boete is gekoppeld aan (overschrijding van) het prestatiecriterium, dan gaat die boete vóór en mag daarop niet tevens de BPKV-sanctie worden toegepast. De inschrijver heeft bijvoorbeeld aangeboden om vier weken eerder op te leveren, en aan het niet halen van die aangeboden datum (dus niet de uiterste opleverdatum uit het programma van eisen!) is in het contract een boete gekoppeld. De boeteregeling moet dan gezien worden als een specifieke regeling terwijl de BPKV-sanctie een generieke regeling is. De specifieke regeling gaat in dat geval voor.
Sanctiebeleid kwaliteitscriteria
De situatie bij kwaliteitscriteria ligt complexer. Zoals reeds in paragraaf 3.3.2 onder Relatie met Systeemgerichte Contract Beheersing is aangegeven, wordt tijdens de uitvoering expliciet getoetst of de opdrachtnemer ook daadwerkelijk realiseert wat hij ten aanzien van de BPKV-criteria heeft aangeboden. Presteert de opdrachtnemer structureel minder, dan wordt – inherent aan de werkwijze SCB – een tekortkoming geconstateerd. Volgens de gebruikelijke routine bij SCB wordt vervolgens gestuurd op herstel/verbetering. Komt opdrachtnemer evenwel niet tot (voldoende) verbetering, dan wordt het opgeschaald naar het overlegniveau van de project/contractmanagers, en als ook dat niet helpt naar het overlegniveau directeuren opdrachtgever-opdrachtnemer. Leidt ook dat niet tot (voldoende) verbetering, dan is sprake van een blijvende afwijking in het waarmaken van de BPKV-belofte. Hierdoor wordt de opdrachtgever wezenlijk gedupeerd. Voorts zullen ook hier effecten optreden die als concurrentievervalsend zijn aan te merken. Op zo’n blijvende afwijking wordt een sanctie toegepast. Deze sanctie wordt direct gekoppeld aan de mate van uiteindelijk minder scoren dan bij de BPKV-beoordeling van de inschrijving was aangeboden. Aanbevolen wordt dat de sanctie anderhalf keer het verlies aan kwaliteitswaarde bedraagt.
De situatie bij kwaliteitscriteria ligt complexer. Zoals reeds in paragraaf 3.3.2 onder Relatie met Systeemgerichte Contract Beheersing is aangegeven, wordt tijdens de uitvoering expliciet getoetst of de opdrachtnemer ook daadwerkelijk realiseert wat hij ten aanzien van de BPKV-criteria heeft aangeboden. Presteert de opdrachtnemer structureel minder, dan wordt – inherent aan de werkwijze SCB – een tekortkoming geconstateerd. Volgens de gebruikelijke routine bij SCB wordt vervolgens gestuurd op herstel/verbetering. Komt opdrachtnemer evenwel niet tot (voldoende) verbetering, dan wordt het opgeschaald naar het overlegniveau van de project/contractmanagers, en als ook dat niet helpt naar het overlegniveau directeuren opdrachtgever-opdrachtnemer. Leidt ook dat niet tot (voldoende) verbetering, dan is sprake van een blijvende afwijking in het waarmaken van de BPKV-belofte. Hierdoor wordt de opdrachtgever wezenlijk gedupeerd. Voorts zullen ook hier effecten optreden die als concurrentievervalsend zijn aan te merken. Op zo’n blijvende afwijking wordt een sanctie toegepast. Deze sanctie wordt direct gekoppeld aan de mate van uiteindelijk minder scoren dan bij de BPKV-beoordeling van de inschrijving was aangeboden. Aanbevolen wordt dat de sanctie anderhalf keer het verlies aan kwaliteitswaarde bedraagt.
Voorbeeld werkwijze BPKV-sanctie bij een kwaliteitscriterium
De maximale waarde van een (sub)criterium is ingezet op € 200.000,-. De beoordeling van dat (sub)criterium in de desbetreffende inschrijving was een 9, waarvoor de opdrachtnemer een fictieve vermindering van zijn inschrijvingssom met € 150.000,- heeft gekregen. Tijdens de realisatie wordt de desbetreffende belofte niet waargemaakt met als gevolg dat een afwijking wordt geregistreerd. De afwijking wordt, ook na diverse ingebrekestellingen, niet verholpen, zelfs niet na escalatie naar directeurenniveau. De opdrachtnemer blijft op een wezenlijk te laag kwaliteitsniveau steken. Dat is aan het einde van het realisatietraject aanleiding voor een nieuwe beoordeling – door het beoordelingsteam – van de daadwerkelijk geleverde kwaliteit op het (sub)criterium. Deze beoordeling van de geleverde kwaliteit komt uit op een 7 hetgeen betekent dat opdrachtnemer eigenlijk slechts een fictieve vermindering van zijn inschrijvingssom van € 50.000,- had moeten krijgen. Het verlies aan kwaliteitswaarde is dan € 100.000,-, een en ander conform deze berekening:(9 – 7) * € 200.000,- / 4 = € 100.000,-. De sanctie (boete) bedraagt derhalve 1,5 * € 100.000,- = € 150.000,-. Een andere wijze om dit te berekenen: In de BPKV heeft de opdrachtnemer een 9 gescoord en een fictieve vermindering gekregen van € 150,000,-. In de uitvoering heeft de opdrachtnemer feitelijk een 7 gescoord, zodat hij eigenlijk slechts een fictieve vermindering van € 50.000,- had moeten krijgen. Het verschil is € 100.000,-, dus de sanctie is 1,5 x € 100.000,- = € 150.000,-.
Als de opdrachtnemer een vergelijkbare prestatie levert, maar op een andere wijze dan in zijn inschrijving beschreven, is er in beginsel geen aanleiding voor een BPKV-sanctie. De prestatie is immers vergelijkbaar en zou dus hetzelfde gescoord hebben als de gevolgde uitvoeringsmethodiek al bij de inschrijving kenbaar was gemaakt. Een opdrachtnemer mag dus – zeker in geval van een overeengekomen wijziging – afwijken van eigen BPKV-beloftes, mits hij daarvoor een alternatief biedt met gelijke of hogere meerwaarde. Indien de andere uitvoeringswijze echter nadelen oplevert voor de opdrachtgever zou dit onderdeel niet hetzelfde cijfer krijgen en komt de BPKV-sanctie weer in beeld.
Voor de volledigheid: mocht blijken dat de opdrachtnemer in de realisatie tot een nog betere score is gekomen dan bij zijn inschrijving, dan leidt dat niet tot toekennen van een bonus. Omdat de BPKV betrekking heeft op “meerwaarde” en de BPKV-sanctie alleen het niet leveren van beloofde meerwaarde wil bestraffen, is ook niet denkbaar dat bij de herbeoordeling een cijfer lager dan 6 gegeven zou worden. Alleen de cijfers hoger dan 6 vertegenwoordigen een meerwaarde. Als van de beloofde meerwaarde helemaal niets geleverd is, wordt bij de herbeoordeling dus een 6 gegeven, en niet lager.