Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Basiscriteria
Deze tekst is gepubliceerd op 17-10-11

Inleiding

In Nederland vormt de ‘Planwet verkeer en vervoer’ (1998) het wettelijk kader voor het verkeers- en vervoerbeleid. De Planwet geeft aan dat het Nationaal Verkeers- en Vervoerplan (NVVP) de basis is voor het te voeren verkeers- en vervoerbeleid in ons land. Het NVVP beschrijft het verkeers- en vervoerbeleid in Nederland in nauwe relatie met het ruimtelijk beleid en vormt het uitgangspunt voor de plannen van provincies en gemeenten. Het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) bevat het uitvoeringsprogramma van het NVVP.
Nieuwe verbindingen of uitbreidingen van bestaande verbindingen die in het NVVP zijn opgenomen, kunnen gerealiseerd worden nadat op projectniveau in de tracéof projectprocedure het nut en de noodzaak daarvan zijn aangetoond met een afweging van de voor- en nadelen. Binnen het geheel van deze procedures zal tevens voor bepaalde typen wegen een milieueffectrapportage (m.e.r.) verplicht zijn. Het Milieueffectrapport (MER) is hiervan het resultaat.
Dit hoofdstuk belicht de milieu- en ruimtelijke aspecten die van belang zijn bij het ontwerp van infrastructuur. Vanuit de wet- en regelgeving wordt de procedurele kant, oftewel het wettelijk kader (paragraaf 10.2), behandeld. De Tracéwet, de m.e.r.-procedure, de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Landinrichtingswet komen in deze paragraaf aan de orde. Daarnaast worden de verschillende effecten van infrastructuur op het milieu en de ruimtelijke ordening toegelicht. Paragraaf 10.2.1 geeft vervolgens inzicht in de mogelijke effecten van weginfrastructuur aan de hand van de aspecten die in trajectnota's en effectenstudies worden onderscheiden. Tot slot komt in dit hoofdstuk de landschappelijke inpassing van wegen aan de orde (paragraaf 10.2.3).