Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Basiscriteria
Deze tekst is gepubliceerd op 17-10-11

Wegvakken nationale stroomwegen

De wegvakken van nationale stroomwegen hebben de volgende kenmerken die van invloed zijn op de capaciteit en verkeersafwikkeling:
  • ontwerpsnelheid 120 km/h;
  • 2×2/2×3/2×4/2×5-rijstroken;
  • fysieke scheiding van rijrichtingen;
  • obstakelvrije bermen;
  • ongelijkvloerse oversteken;
  • fietsers, bromfietsers en landbouwverkeer gescheiden;
  • geen snelheidsbeperkende maatregelen.
Deze wegen zijn te vergelijken met de huidige autosnelwegen en worden vormgegeven conform de Richtlijnen Ontwerp Autosnelwegen. Voor een uitgebreide beschrijving van capaciteiten en verkeersafwikkeling wordt verwezen naar de het handboek ‘Capaciteitswaarden Infrastructuur Autosnelwegen’. In het algemeen kan gesteld worden dat de afwikkeling op dit type wegen gebeurt conform de intensiteit-snelheidscurves, zoals beschreven in paragraaf 9.2. Uit onderzoek blijkt dat de capaciteit op 2×2-wegen globaal 2000 tot 2350 pae/uur per rijstrook bedraagt, afhankelijk van lokale omgevings- en verkeerskenmerken. Op 2×3-wegen varieert deze capaciteit van 2150 tot 2350 pae/uur per rijstrook.
In de praktijk blijkt het toepassen van een pae-factor van 1,5 à 2,0 voor vrachtverkeer onder normale omstandigheden voor dit type wegen goed te voldoen.
Hieronder is een overzicht gegeven van de belangrijkste beperkende factoren voor wat betreft de capaciteit.
Correctiefactoren rijstrookbreedte
Bij 2×2-wegen gelden de volgende correctiefactoren voor rijstrookbreedtes (hart-op-hartmarkering) kleiner dan 3,60 m.
Tabel 9-1. Correctiefactoren rijstrookbreedte op capaciteit 2×2- en meerstrookswegen
Correctiefactor
Rijstrookbreedte (m)2×2 stroken2×3 en meer
> 3,601,001,00
3,300,970,96
3,000,910,89
2,700,810,78
Correctiefactoren obstakelafstand
Om de invloed van obstakels langs de rijbaan mee te nemen gelden de volgende correctiefactoren voor de capaciteit. De obstakelafstand wordt gemeten vanaf de kant van de rijstrook.
Tabel 9-2. Correctiefactoren obstakelafstand op capaciteit
Obstakelafstand (m)Enkelzijdige obstakelsTweezijdige obstakels
> 1,801,001,00
1,500,990,99
1,200,990,98
0,900,980,96
0,600,970,95
Correctiefactoren middelzwaar en zwaar verkeer afhankelijk van de helling
Voor het bepalen van pae-waarden wordt de volgende voertuigcategorisering gehanteerd:
  • lichte voertuigen (personenauto's, motorfietsen);
  • middelzwaar verkeer (bussen, ongelede vrachtauto's, auto's met aanhanger);
  • zwaar verkeer (meerassige en/of gelede vrachtauto's).
De pae-waarden voor middelzwaar en zwaar verkeer zijn voor de verschillende terreincondities weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 9-3. Pae-waarden
VoertuigcategorieVlakGeaccidenteerdKorte hellingen
middelzwaar1.53.06.0
zwaar2.04.08.0

Onder geaccidenteerd terrein wordt verstaan: hellingspercentages van 2 à 4% over een lengte van maximaal 2 respectievelijk 0,5 km.
Onder korte hellingen wordt verstaan: hellingspercentages van 4 à 6% over een lengte van maximaal 1,5 respectievelijk 1 km.
Met behulp van deze pae-factoren kan de correctiefactor (Fz) worden berekend volgens onderstaande vergelijking. Door de capaciteit met deze factor Fz te vermenigvuldigen wordt de gereduceerde capaciteit ten gevolge van vrachtverkeer en hellingen bepaald.
Fz = 1 ÷ (1 + Pz · (Ez − 1) + Pm · (Em − 1))
Waarin:
  • Pz: percentage zwaar verkeer
  • Pm: percentage middelzwaar verkeer
  • Ez: pae-waarden zwaar verkeer conform bovenstaande tabel
  • Em: pae-waarden middelzwaar verkeer conform bovenstaande tabel
Overig
Verder zijn er wat betreft de beperkende factoren de volgende richtlijnen te geven. Onderzoek op snelwegen heeft aangetoond, dat bij duisternis de capaciteit 4 à 5 % lager ligt dan bij daglicht. Het effect van wegverlichting op de gemiddelde capaciteit bedroeg bij onderzoek op twee locaties enkele procenten. Bij regenval ligt de capaciteit ongeveer 12% lager. Het laten vervallen of versmallen van de vluchtstrook heeft geen of weinig effect op de kwaliteit van de verkeersafwikkeling en de capaciteit. Zolang de minimum obstakelafstand en de minimumbreedte van de redresseerstrook niet wordt onderschreden, heeft de vluchtstrook vermoedelijk weinig effect op de capaciteit. Het effect van de breedte van de redresseerstrook op de verkeersafwikkeling is minimaal.