Beperking verkeerstekens

Verkeerstekens zijn verkeersborden, verkeerslichten en bepaalde markeringen op het wegdek.

Wegontwerpers en -beheerders hebben met het oog op de kosten wel eens de neiging om verkeersproblemen op te lossen met verkeerstekens en verkeersborden.
Wanneer niet spaarzaam met verkeersborden wordt omgegaan, verliezen ze niet alleen aan overtuigingskracht, maar is de regelgeving dan zo omvangrijk, dat de weggebruiker ze negeert en zijn eigen weg zoekt. Het is veel beter dat de weginfrastructuur het gewenste verkeersgedrag min of meer afdwingt dan wel op zijn minst ondersteunt. In de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW’ zijn dan ook de volgende drie algemene bepalingen opgenomen ten aanzien van de toepassing van verkeersborden:

• Borden worden slechts toegepast indien de inrichting van de weg in overeenstemming is met hetgeen bij de afzonderlijke borden is voorgeschreven.
• Borden worden niet toegepast indien daarmee een regeling wordt beoogd die overeenkomt met een gedragsregel of een ander verkeersteken. Ook indien het gewenste gedrag voortvloeit uit de weginrichting kunnen borden achterwege blijven.
• Verkeersborden die een gevaar aanduiden worden slechts toegepast indien het gevaar voor de weggebruikers onvoldoende of niet tijdig waarneembaar is.

Het gewenste verkeersgedrag dient derhalve niet uitsluitend juridisch, maar feitelijk te worden bevorderd. Infrastructurele maatregelen hebben sterk de voorkeur boven het plaatsen van verkeerstekens. Dit betekent echter niet dat bij (alle) infrastructurele maatregelen verkeerstekens achterwege kunnen blijven.