Lichtmasten
Ten aanzien van de masten zijn drie aspecten van belang:
- de constructie;
- de lichtpunthoogte;
- de uithouder.
Constructie
Lichtmasten worden in de regel gemaakt van staal of aluminium. Stalen lichtmasten mogen alleen worden toegepast wanneer ze zijn uitgevoerd met een breekconstructie. Een aluminium mast kan nog als botsveilig worden beschouwd indien de hoogte maximaal 10 m bedraagt. In de praktijk leveren aanrijdingen van deze masten echter nog relatief vaak letsel aan de inzittenden van het voertuig op. Uit dien hoofde heeft een maximale hoogte van 8,00 m van aluminium masten de voorkeur. Hogere masten moeten van een breekconstructie worden voorzien.
Lichtpunthoogte
De hoogten van masten geschikt voor gebiedsontsluitingswegen bedragen 6, 8, 10 en 12 m. De lichtpunthoogte wordt rekenkundig in samenhang met mastafstand, eigenschappen van het armatuur en het vermogen van de lamp bepaald. Als vuistregel kan voor het bepalen van de lichtpunthoogte worden uitgegaan van de breedte van de rijbaan. Een kleinere lichtpunthoogte is nodig wanneer het lichtpunt anders in het bladerdak van bomen verdwijnt.
Uithouder
De standaardlengten van uithouders zijn 0,75 m 1,25 m, 1,50 m 2,00 m en 3,00 m. Aanbevolen wordt een uithouderlengte te kiezen die kleiner is dan een kwart van de lichtpunthoogte.