Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Gebiedsontsluitingswegen
Deze tekst is gepubliceerd op 14-10-11

Rijbaansplitsing

Gebiedsontsluitingswegen met drie of meer opstelstroken naast elkaar ter hoogte van het kruispunt hebben altijd een (smalle) rijbaansplitsing. Deze dient als fysieke geleiding voor het verkeer en maakt inhaalmanoeuvres over de linksaf opstelstroken fysiek onmogelijk. De rijbaansplitsing biedt tevens ruimte voor het plaatsen van portalen, zweepmasten en lage verkeerslantaarns. De breedte van de rijbaansplitsing bedraagt minimaal 2,10 m tussen de verharding.
Voor langzaam verkeer zoals voetgangers, fietsers en bromfietsers die een gebiedsontsluitingsweg moeten oversteken, zijn ter hoogte van het kruispunt altijd vrijliggende fietspaden nodig. Bovendien moet de regeling conflictvrij zijn. Bij een oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers bedraagt de breedte van de rijbaanscheiding ten minste 3,00 m tussen de kantstrepen.
Zijweg
Als er meer dan twee opstelstroken aanwezig zijn, moet de ondergeschikte weg altijd zijn voorzien van een verkeersdruppel. Slechts in uitzonderingsgevallen kan deze achterwege blijven zoals in een smalle erftoegangsweg type II, als daar zeer lage intensiteiten voorkomen (< 500 motorvoertuigen per dag).
Bij aansluiting van een erftoegangsweg op een gebiedsontsluitingsweg kan het langzaam verkeer met het autoverkeer worden afgewikkeld. Is er veel langzaam verkeer dan zal hiermee rekening moeten worden gehouden bij het bepalen van de ontruimingstijden.