Voorrangskruispunten met VRI
Voorrangskruispunten worden doorgaans pas voorzien van een verkeersregelinstallatie wanneer de capaciteit of de doorstroming in het geding is (figuur 4-5). Plaatsing vindt in de regel niet plaats uitsluitend op grond van verkeersveiligheid (hoofdstuk 11).
[ link ]
Figuur 4-5. Voorbeeld van voorrangskruispunt
Verkeersveiligheid
Bij vergelijking van zwaar belaste voorrangskruispunten met en zonder verkeersregelinstallatie blijkt het volgende:
- op compacte driearmige voorrangskruispunten met verkeerslichten vinden in het algemeen 15% minder letselongevallen plaats dan zonder deze lichten;
- op compacte vierarmige voorrangskruispunten met een verkeersregelinstallatie vinden in het algemeen 30 tot 40% minder letselongevallen plaats dan zonder die installatie;
- wanneer het echter om grote, complexe kruispunten gaat (twee of meer stroken voor rechtdoorgaand verkeer op de hoofdweg) is het effect van de verkeerslichten (veel) geringer;
- de toepassing van een verkeersregelinstallatie leidt in het algemeen tot 30% minder fietsongevallen, waarbij de intensiteit van het verkeer op de hoofdweg nauwelijks van invloed is.
Een voorrangskruispunt met een verkeersregelinstallatie komt eerst in beeld als de rotonde of een voorrangskruispunt zonder verkeersregelinstallatie om redenen van afwikkelingscapaciteit niet mogelijk zijn. Het plaatsen van een verkeersregelinstallatie alleen om redenen van verkeersveiligheid moet zeer omzichtig worden gehanteerd. Dit geldt met name voor kruispunten met een relatief lage verkeersbelasting. Anderzijds is de verkeersveiligheid op een zwaar belast voorrangskruispunt beter gewaarborgd met een verkeersregelinstallatie dan zonder een dergelijke installatie.
Afwikkelingscapaciteit
De afwikkelingscapaciteit van voorrangskruispunten met een verkeersregelinstallatie is gebonden aan het (maximaal toelaatbare) aantal stroken. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 11.3.