Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Gebiedsontsluitingswegen
Deze tekst is gepubliceerd op 14-10-11

Wegtypen

Per wegcategorie zijn in beginsel verschillende wegtypen of uitvoeringsvormen mogelijk. Hoe groter echter het aantal wegtypen is, hoe moeilijker het wordt de verschillen tussen de verschillende categorieën en daarmee de herkenbaarheid van de wegcategorie te waarborgen. De weggebruiker herkent een wegcategorie vooral aan de continu aanwezige kenmerken of ontwerpelementen in het wegbeeld (tabel 2-1). Ook plaatselijke kenmerken, bijvoorbeeld gelijkvormige kruispuntoplossingen, dragen bij aan de herkenbaarheid van de categorie.
Wegtype
Uitvoeringsvorm van een weg binnen een wegcategorie.

Voorwaarden
Eventuele wegtypen of verschijningsvormen per wegcategorie moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • de essentiële kenmerken van een bepaalde categorie mogen niet in een andere categorie worden toegepast (unieke, goed herkenbare kenmerken per categorie);
  • de wegtypen binnen een bepaalde categorie dienen alle essentiële kenmerken van die categorie in zich te hebben;
  • het aantal wegtypen dient zo klein mogelijk te zijn, zodat de wegcategorie als zodanig voor de weggebruiker herkenbaar is.
Wegtypen
Vooral om capaciteitsredenen is het noodzakelijk binnen de categorie gebiedsontsluitingswegen twee wegtypen te onderkennen (Basiscriteria):
  • wegtype I: dubbelbaansweg, dwarsprofiel met 2x2 rijstroken;
  • wegtype II: enkelbaansweg, dwarsprofiel met 1x2 rijstrook.
De keuze tussen deze twee wegtypen wordt vooral bepaald door de verhouding tussen het (geprognotiseerde) verkeersaanbod en de afwikkelingscapaciteit van de beschouwde gebiedsontsluitingsweg. De verhouding tussen het (verwachte) verkeersaanbod in het ontwerpjaar en de capaciteit (I/C-verhouding) bedraagt maximaal 0,9 (Basiscriteria). Hoe kleiner deze verhouding is, hoe hoger de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. Daarbij moet worden opgemerkt dat in de praktijk de (veelal lagere) afwikkelingscapaciteit van de kruispunten maatgevend kan zijn.
Ontwerpjaar
Jaar waarin naar verwachting de omstandigheden optreden waarop het ontwerp is gebaseerd. Dit ontwerpjaar wordt vaak gesteld op 10 tot 15 jaar na het gereedkomen van de reconstructie of de openstelling.

De capaciteit van een gebiedsontsluitingsweg met één rijstrook per richting (wegtype II) bedraagt onder ideale omstandigheden circa 2.800 pae/h in een doorsnede. Afhankelijk van de verdeling van het verkeer over beide rijrichtingen kan de capaciteit oplopen tot 3.200 pae/h. De capaciteit wordt echter bepaald door de ‘zwakste’ schakel in de keten van wegvakken en kruispunten. De kruispunten zijn vaak maatgevend.
Bij een (verwacht) hoger verkeersaanbod moet in de eerste plaats worden nagegaan of het mogelijk is door ingrepen in de wegenstructuur het verkeersaanbod te reduceren. Indien deze oplossingsrichting geen soelaas biedt, zal de capaciteit van de gebiedsontsluitingsweg noodgedwongen moeten worden uitgebreid door per richting 2 rijstroken aan te leggen (wegtype I).
De capaciteit bedraagt onder goede omstandigheden 1.800 à 2.000 pae/h per rijstrook.
Voorwaarden wegtype I
Wegtype I is om redenen van verkeersveiligheid alleen onder strikte voorwaarden te accepteren. De voorwaarden, die onverkort onder alle omstandigheden gelden, zijn:
  • wettelijke maximumsnelheid 80 km/h;
  • een rijbaanscheiding door middel van een (smalle) middenberm;
  • volledige scheiding van fietsers, bromfietsers, tractoren en overige motorvoertuigen met beperkte snelheid (zelfrijdende werktuigen);
  • rotonde dan wel een voorrangskruispunt met een geavanceerde verkeerslichtenregeling;
  • ongelijkvloerse kruisingen ten behoeve van langzaam verkeer (zowel op wegvakken als bij kruispunten);
  • zo min mogelijk aansluitingen van erftoegangswegen;
  • geen erfaansluitingen.