Toepasbare elementen
Op stroomwegen zijn uitsluitend langsconflicten en conflicten door convergeren en divergeren toegestaan. Dit betekent dat dwarsconflicten (oversteken) en frontale conflicten (inhalen) niet meer mogen voorkomen. De rijbaan van de stroomweg moet worden opgereden door convergentie en worden verlaten door divergentie. Het kruisen van de stroomweg moet gebeuren door middel van ongelijkvloerse kruisingen.
Op stroomwegen ligt de prioriteit bij zowel wegvakken als knooppunten op ‘stromen’. Dat betekent dat het verkeer dat bij een aansluiting of een knooppunt de(zelfde) stroomweg blijft volgen, in principe zonder oponthoud kan doorrijden.
De regionale stroomwegen verschillen wat betreft de toegestane conflicten en de prioriteit voor het stromen niet van de landelijke stoomwegen (autosnelwegen). Het verschil tussen de regionale en landelijke stroomweg ligt in de functie in het wegennet. Dit heeft ook zijn weerslag op het aantal stroken:
- Een landelijke stroomweg heeft altijd 2×2 of meer rijstroken.
- Een regionale stroomweg heeft in principe 2×1 rijstrook. Uitsluitend uit oogpunt van intensiteit kan meer dan één rijstrook per richting worden toegepast.
Door de begrenzing van het aantal stroken is op regionale stroomwegen met 2×1 rijstrook slechts een beperkt aantal ontwerpelementen die op de landelijke stroomweg (autosnelweg) worden toegepast, nodig:
- de invoeging;
- de uitvoeging;
- het weefvak.
Op het kruispunt met de gebiedsontsluitingsweg en bij de overgang in de doorgaande route naar een gebiedsontsluitingsweg komen conflicten voor die niet zijn toegestaan op de stroomweg (dwarsconflicten). De doorgaande gebiedsontsluitingsweg en de regionale stroomweg kruisen elkaar daarom ongelijkvloers. Het gelijkvloerse kruispunt met de gebiedsontsluitingsweg dat nodig is voor de uitwisseling wordt ingeleid door de toe- en de afrit, die de overgang vormen tussen de gebiedsontsluitingsweg en de stroomweg (zie figuur 10-1). Ook bij de eventuele overgang van een stroomweg naar een gebiedsontsluitingsweg in een doorgaande route is een goede vormgeving van het overgangsgebied een voorwaarde voor een veilige oplossing.
[ link ]
Figuur 10-1. Overgang stroomweg - gebiedsontsluitingsweg