Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Stroomwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 04-10-11

Verzorgingsplaatsen

Een goede verzorging van mens en voertuig is van belang voor de verkeersveiligheid. Langs stroomwegen moet derhalve voldoende gelegenheid zijn voor een kort oponthoud dat kan bestaan uit een al dan niet verplichte rustpauze, een inspectie van lading en voertuig, het tanken van brandstof, eten en drinken of een sanitaire stop. Stoppen en stilstaan langs stroomwegen is alleen toegestaan in noodsituaties. Dit houdt in dat voor het korte oponthoud speciale voorzieningen buiten de hoofdrijbaan aanwezig moeten zijn. Deze speciale voorzieningen worden aangeduid als verzorgingsplaatsen. Deze bestaan uit een combinatie van een parkeerterrein en een benzinestation. Verder kan een wegrestaurant aanwezig zijn, eventueel gecombineerd met een motel. Solitaire parkeerplaatsen (dus zonder benzinestation of restaurant) worden bij voorkeur niet aangelegd. In tegenstelling tot de nationale stroomwegen, kunnen op de regionale stroomwegen solitaire benzinestations voorkomen waarbij slechts in beperkte mate een parkeergelegenheid aanwezig is.
Verzorgingsplaats
Langs de weg gelegen parkeergelegenheidmet één of meer voorzieningen zoals brandstofverkooppunt, picknicktafel en toilet ten behoeve van reizigers en voertuigen.

De onderlinge afstand tussen de verzorgingsplaatsen wordt bepaald door de behoefte van mens en voertuig. Daarnaast speelt het beperken van het aantal discontinuïteiten een rol bij de onderlinge afstand. Voor nationale stroomwegen wordt in grote lijnen uitgegaan van een stramienmaat van 20 kilometer voor verzorgingsplaatsen met parkeergelegenheid en benzinestation en 40 kilometer voor weggebonden restaurants en benzinestations waar ook 's nachts be zine verkrijg baar is.
Deze stramienmaat kan ook worden toegepast op regionale stroomwegen die een functie voor het langeafstandsverkeer heb ben en zijn opgenomen in het nationaal hoofdwegennet. Voor de overige regionale stroomwegen zullen plaatselijke omstandigheden een grotere rol spelen bij locatiekeuze dan het aanhouden van de stramienmaat. Met name bij wegen in urbaan gebied is de behoefte aan parkeergelegenheid kleiner en zijn ook vergelijkbare doch niet weggebonden voorzieningen vanaf de stroomweg goed bereikbaar.
Uitgangspunt bij verzorgingsplaatsen is de weggebonden functie. Dit houdt in dat de verzorgingsplaats alleen en rechtstreeks is aangesloten op de hoofdrijbaan van de stroomweg en niet vanaf het onderliggende wegennet toegankelijk is. Alleen voor personeel van het benzinestation en wegrestaurant kan eventueel een verbinding worden aangelegd in de vorm van een fiets- en/of voetpad.
Voor de plaatsbepaling en de vormgeving van verzorgingsplaatsen is het van belang aandacht te schenken aan de volgende zaken:
  • Weggebruikers mogen niet in de verleiding worden gebracht een verzorgingsplaats aan de overzijde van de stroomweg te bezoeken, tenzij daarvoor speciale voorzieningen zijn getroffen zoals een voetgangersbrug of tunnel. Dit houdt in dat verzorgingsplaatsen in principe altijd tweezijdig worden uitgevoerd.
  • Bij stroomwegen is veilig parkeren alleen mogelijk indien dit kan gebeuren op enige afstand van de rijbaan. Om die reden is het dan ook noodzakelijk dat parkeervoorzieningen bij stroomwegen altijd vrijliggend zijn. Om een zo rustig mogelijke sfeer op de parkeerplaats te scheppen en de gewenste vormgeving van de aan- en afvoerwegen te kunnen realiseren moet een parkeerplaats bij voorkeur niet al te dicht bij de hoofdrijbaan worden aangelegd. Bij de bepaling van de plaats in het dwarsprofiel van een parkeerplaats moet rekening worden gehouden met de gewenste obstakelafstand.
  • De vormgeving van een verzorgingsplaats moet zo zijn dat er voldoende ruimte is voor de functies, zonder dat de inrichting uitnodigt tot een langdurig verblijf ter plaatse. De verzorgingsplaats moet afgeschermd zijn van de aan grenzende percelen.
  • Zowel op de aan- en afvoerweg als op de overige rijwegen op de verzorgingsplaats dient consequent eenrichtingsverkeer te worden ingevoerd. Dit vermindert de kans op spookrijden op de stroomweg.
  • De capaciteit dient afgestemd te worden op de behoefte. In alle gevallen moet rekening worden gehouden met parkeerfaciliteiten voor gehandicaten.
  • De parkeervakken moeten zo gesitueerd worden dat het schijnsel van brandende koplampen geen hinder of misleiding op de hoofdrijbaan kan veroorzaken.
[ link ]

Figuur 16-1: Globale vormgeving verzorgingsplaats

De grootte en vormgeving van het verblijfsgebied is variabel. Voor de vormgeving daarvan wordt verwezen naar de Richtlijn verzorgingsplaatsen (1998, concept).
Voor de vormgeving van de aansluiting van de aan- en afvoerwegen op de hoofdrijbaan wordt verwezen naar het hoofdstuk geometrisch ontwerp.