Vormgeving

In figuur 10-6 is een afstreping afgebeeld.

De afstreping bestaat uit de volgende onder de len:

• configuratieborden;
• verdrijfpijlen;
• ver drijfstrepen;
• rijstrookvermindering.

Voor het begin van de afstreping worden verdrijfpijlen aangebracht. De eer ste pijl komt op 335 m voor het begin van de verdrijfstrepen. De volgende pijlen komen op 200, 100, 35 en 10 m voorde verdrijfstrepen. Het verdrijvingsvlak met de verdrijfstrepen bestaat uit een driehoekig en een rechthoekig gedeelte. Het driehoekige gedeelte maakt een hoek van 1:10 met de rijrichting. De lengte van het rechte gedeelte van het verdrijvingsvlak bedraagt 15 tot 25 m. Daarna wordt de rijstrook beëindigd.

Het is uit het oogpunt van veiligheid van belang dat de linkerrijstrook ook feitelijk fysiek wordt beëindigd. Hiermee wordt voorkomen dat bestuurders die met de situatie bekend zijn, over de markering heenrijden in plaats van op de daartoe bestemde plaats van rijstrook te wisselen.

Door het afstrepen van de linkerrijs trook neemt de breedte van de middenberm toe met de breedte van de linkerrijstrook. De overgebleven strook kan vervolgens conform de Richtlijnen in hoofdstuk 8 worden teruggebogen in de richting van de rijbaan voor de andere richting.