Vormgeving
In figuur 10-8 zijn symmetrische weefvakken afgebeeld.
[ link ]
Figuur 10-8. Symmetrische weefvakken
Lengte
Voor 2×1-strookswegvakken geldt: hoe korter het weefvak, des te kleiner de kans op inhalen via het weefvak. Voor de bewegwijzering is een lengte van 225 m nodig (ervan uitgaande dat hoge bewegwijzering kan worden toegepast). Op een weefvak van 200 m met 1+1 rijstrook kunnen op autosnelwegen volgens simulatie, afhankelijk van het percentage wevend verkeer en het percentage vrachtverkeer, onder ideale omstandigheden al tussen 2.100 en 2.800 voertuigen per uur worden verwerkt. Voor een enkelstrookswegvak op de doorgaande richting zal dit doorgaans voldoen.
Op 2×2-strookswegvakken kan de lengte van het weefvak afhankelijk van de ligging van de convergentie- en divergentiepunten en de benodigde capaciteit worden gekozen. In tabel 10-9 is de capaciteit van weefvakken met twee stroken op de doorgaande rijbaan en een extra weefstrook onder ideale omstandigheden weergegeven. Daarbij is uitgegaan van symmetrische weefvakken die dusdanig belast worden dat de wevende stromen van beide herkomsten bij benadering gelijk zijn. In de tabel zijn waarden voor 5, 10 en 15% vrachtverkeer en waarden voor een aantal weefvaklengten opgenomen. Tussenliggende waar den kunnen door interpolatie worden bepaald.
Tabel 10-9. Capaciteiten weefvak 2+1 rijstrook (mvt/h)
% vrachtverkeer | 5% | 10% | ||||||||
weefvaklengte (m) | (200) | 300 | 400 | 500 | 600 | (200) | 300 | 400 | 500 | 600 |
50 % wevend | 6.126 | 6.156 | 6.228 | 6.210 | 6.324 | 5.574 | 5.580 | 5.664 | 5.700 | 5.772 |
75 % wevend | 5.652 | 5.676 | 5.748 | 5.814 | 6.000 | 5.100 | 5.142 | 5.250 | 5.364 | 5.556 |
100 % wevend | 5.208 | 5.388 | 5.514 | 5.646 | 5.676 | 4.757 | 4.998 | 5.022 | 5.112 | 5.100 |
% vrachtverkeer | 15% | |||||||||
weefvaklengte (m) | (200) | 300 | 400 | 500 | 600 | |||||
50 % wevend | 5.130 | 5.166 | 5.226 | 5.412 | 5.382 | |||||
75 % wevend | 4.644 | 4.710 | 4.950 | 5.076 | 5.082 | |||||
100 % wevend | 4.434 | 4.536 | 4.566 | 4.704 | 4.794 | |||||
- % wevend = het aan deel wevend ver keer in de klein ste inko mende stroom |
Convergentie en divergentie
De convergentie- en divergentiepunten van weefvakken in een regionale stroomweg kunnen worden vormgegeven als bij respectievelijk een invoeging en een uitvoeging.