Werk in uitvoering

Het ontwerp van de regionale stroomweg moet ook in een situatie van werk in uitvoering functioneren. In sommige gevallen kan een geschikte omleidingsroute worden gevonden en kan het verkeer (in een of twee richtingen) via deze omleidingsroute worden geleid.

Wanneer geen geschikte omleidingsroute kan worden gevonden, moet het verkeer in beide richtingen over een van de oorspronkelijke rijbanen worden geleid (2-0 systeem of 4-0 systeem). In deze gevallen geldt bij werk in uitvoering op regionale stroomwegen een maximumsnelheid van 70 km/h. Bij langdurige werkzaamheden wordt bij voorkeur een barrier toegepast als scheiding tussen de rijrichtingen en als afzetting in de slinger bij het begin en einde van het werkvak. Naast de breedtes voor de rijstroken en voor de bebakening, is een extra breedte van 2 × 0,50 m nodig. Daarnaast moet tussen de werkruimte en de bebakening nog eens rekening worden gehouden met een breedte van 0,60 m.

Meer informatie over de eisen aan werk in uitvoering is te vinden in CROW-publicatie 96b (CROW, 1999). In deze publicatie zijn de wettelijke eisen voor de omstandigheden bij werk aan de weg vertaald naar richtlijnen voor de uitvoering ervan. In hoofdstuk 9 worden de eisen voor werk in uitvoering gebruikt om te komen tot een normaal-dwarsprofiel voor de regionale stroomweg.