Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Innovaties in aanbestedingen in de infra
Deze tekst is gepubliceerd op 15-06-22

Innovatie

Innovatie is een begrip dat zich moeilijk laat vangen in een definitie. Verschillende sectoren, organisaties en mensen hanteren een andere uitleg. Dat het gaat om vernieuwing en verbetering, om meer maatschappelijke toegevoegde waarde en een hogere arbeidsproductiviteit creëren, staat als een paal boven water.1)Bron: Inspectie der Rijksfinanciën, document ‘Innovatieve samenleving’ van 20 april 2020
Organisatie- en strategische innovaties spelen zich vooral af binnen één organisatie. De invloed van deze innovaties is in eerste instantie klein omdat het gaat over de vernieuwingen en verbeteringen van één onder­nemer. Dergelijke innovaties gaan een grote(re) rol spelen zodra andere ondernemers zien dat hun concurrentiepositie is verslechterd. Een voorbeeld hiervan zijn ondernemers die in een vroeg stadium ingezet hebben op duurzaamheid. Zij ontwikkelden een voorsprong ten opzichte van hun concurrenten doordat zij al snel hogere EMVI (BPKV) scores behaalden en zodoende aanbestedingen wonnen. Andere ondernemers konden niet achterblijven. Dit voorbeeld van organisatorische- en strategische innovatie heeft de sector geholpen om in te zetten op duurzame materialen, werkmethoden en productieprocessen.
Financiële innovaties ontstaan vaak bij banken of verzekeraars en hebben eveneens invloed op het werk in de infrasector. Denk hierbij aan innovaties in (de dekking) van een verzekering. De CAR is een voorbeeld van een verzekering waarmee iedere ondernemer in de infrasector te maken krijgt. Innovaties in een dergelijke verzekering kunnen daardoor snel een grote impact hebben op de totale sector. Niet alleen op de overeenkomst tussen de verzekeraar en de ondernemer, maar ook op de risicoverdeling tussen overheidsorganisatie en ondernemer.
De mens staat veelal aan de basis van innovaties. Bij het scheppen van ruimte om het innoverende vermogen van de mens te benutten, spreken we over sociale innovaties. Denk aan innovatieve organisatievormen, vernieuwend leiderschap, hoogwaardige arbeidsrelaties en samenwerkingsverbanden. Het werken in zelfsturende teams is een voorbeeld van een sociale innovatie. Een manier van werken waarin ruimte is (meer dan voorheen) voor verbetering en vernieuwing.
Technologische innovatie is een type op zich. Hier kan bijvoorbeeld sprake van zijn als er nieuwe grondstoffen worden gebruikt in een productieproces. Veel vaker wordt de term technologische innovatie gebruikt als kapstok voor product- en procesinnovaties (figuur 3).
  • Bij procesinnovatie gaat het over vernieuwingen die zich richten op de totstandkoming van een werk (of een product of een dienst). Denk hierbij aan de inzet van elektrisch materieel of de inzet van een 3D betonprinter.
  • Bij productinnovatie gaat het om vernieuwingen die zich richten op het resultaat, dus op het werk zelf. Denk hierbij aan Solar-roads als voorbeeld, waarbij de aangelegde weg energie opwekt. En aan bushokjes met sedum op het dak, dat een leefruimte voor insecten biedt en daarmee de biodiversiteit bevordert.
[ link ]

Figuur 3

Ook de mate van vernieuwing geeft een classificatie aan een innovatie. Zo zijn er incrementele en disruptieve innovaties. Bij incrementeel blijven we (ongeveer) hetzelfde doen, maar dan beter. Bij disruptief komen we met iets totaal nieuws. Waterdoorlatende bestrating is een voorbeeld van een incrementele innovatie. Een geprinte voetgangersbrug een voorbeeld van een disruptieve innovatie.
Begrippen die we ook steeds vaker voorbij zien komen zijn marktinnovatie, waarbij we door een vernieuwing een andere markt aanspreken dan de oorspronkelijke markt waarvoor het product bedoeld was. Digitale innovatie waarbij de vernieuwing tot uiting komt in de digitalisatie van het proces of het product. Duurzame innovatie, waarbij de vernieuwing gericht is op het verduurzamen van het proces of het product.
Om welke innovaties vragen overheidsorganisaties?
Overheidsorganisaties hebben de verantwoordelijkheid om middelen rechtmatig en doelmatig te besteden. Bij rechtmatigheid moet zij ervoor zorgen dat aanbestedingen – ook die waarin om innovatie wordt gevraagd – volgens wet- en regelgeving plaatsvinden. Bij doelmatigheid moet zij zorgen voor het kostenbewust en doelbewust besteden van middelen. Bij doelmatigheid gaat het om het vergaren van een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde. Innovaties die daaraan bijdragen zijn gewenst.
Voor overheidsorganisaties spelen risico’s een belangrijke rol. Een innovatie kan nóg zo goed lijken en veel maatschappelijke meerwaarde beloven, maar een hoog risicoprofiel is ongewenst. Een toprisico bij innovaties is simpelweg mislukking. Een mislukking van de innovatie, waardoor projectdoelstellingen niet worden behaald, gaat vaak hand in hand met negatieve effecten op het politieke draagvlak en het vertrouwen van de burger. Naast het mislukken van een innovatie kunnen er later in het proces ook risico’s optreden. De innovatie kan bijvoorbeeld vroegtijdig stoppen met werken of niet de gewenste/verwachtte resultaten behalen.
Een overheidsorganisatie vraagt vaak pas om innovaties als er binnen de eigen organisatie een (in meer of mindere mate) innovatiecultuur bestaat. Een cultuur waarin een langetermijnvisie en bijpassende strategie is om een bepaalde koers te varen. Dit sterkt medewerkers om innovaties uit te vragen en toe te staan. Het innovatieklimaat kan men bevorderen door bij het beleid duidelijke doelstellingen te formuleren. Doelstellingen die meetbaar zijn (bijvoorbeeld met behulp van de Milieukostenindicator – MKI) en praktijkgericht. Dat biedt ondernemers duidelijkheid over en zicht op toekomstige ontwikkelingen. Daarmee geeft het hen de mogelijkheid om daarop in te spelen met innovaties.
“Bied continuïteit, zodat het beleid en de uitvoering daarvan herkenbaar en betrouwbaar zijn voor ondernemers. Daarmee stimuleer je de bereidheid tot investeringen. Verken de markt, ga in gesprek en zet samen de transitie in gang.”
Kor Sikma, Gemeente Groningen
Welke mogelijkheden hebben overheidsorganisaties om innovaties uit te vragen?
Overheden kunnen innovatieve aanbiedingen stimuleren door technische specificaties te eisen, of door varianten op het standaardbestek toe te staan2)Bron: Europa decentraal, www.europadecentraal.nl/onderwerp/aanbesteden/innovatie-en-aanbesteden (zie H2 onderdeel Innovatie binnen een RAW-bestek). Bij de beoordeling van gunningscriteria kunnen innovatieve elementen gewogen worden. Het in acht nemen van de beginselen van gelijke behandeling, transparantie, objectiviteit en proportionaliteit is daarbij belangrijk. De beginselen kunnen helaas ook een belemmerende werking op een uitvraag tot innovatie hebben en daarmee op de aanbiedingen.
Een overheidsorganisatie kan kiezen voor innovatieve contractvormen. Denk daarbij aan Design, Build, Finance & Maintain (DBFM)-contracten, Publiek-Private-Samenwerking (PPS) of het toepassen van een bijzondere aanbestedingsprocedures zoals Innovatiepartnerschap en Concurrentiegerichte dialoog. Het gebruik van de RAW-raamovereenkomst en het kiezen voor een twee-fasen-aanpak zijn mogelijkheden om innovaties in reguliere infraprojecten te stimuleren, daarover meer in de hoofdstukken 3 en 4.
Welke innovaties bieden ondernemers aan?
Ondernemers willen om tal van redenen innovaties aanbieden. Die redenen lopen uiteen van het willen hebben van een innovatief imago tot aan het continu bouwen aan een sterke concurrentiepositie. Daartussenin zitten nog vele andere smaken en combinaties.
Maar het aanbieden van innovaties betekent niet automatisch succes. In de infrasector spelen aanbestedingen een belangrijke rol. Een ondernemer kan nog zoveel innovaties aanbieden, maar zijn aanbieding moet de winnende zijn om de innovatie ook daadwerkelijk in de praktijk te kunnen brengen. De aanbestedingswet brengt met zich mee dat overheidsorganisaties geen oplossingen kunnen voorschrijven die slechts door één ondernemer aangeboden worden. Dat is een belemmering, want bij innovaties gaat het juist vaak om oplossingen die slechts door één ondernemer worden aangeboden. Pas als een innovatie zijn vernieuwende karakter verliest kan deze door overheidsorganisaties voorgeschreven worden. Dan is de fase waarin een product echt innovatief is al voorbij. Gelukkig ontstaan ook voor dit knelpunt vooruitstrevende oplossingen, zoals bijvoorbeeld binnen het Convenant Duurzaam Beton.
Convenant Duurzaam Beton
Binnen het Convenant Duurzaam Beton3)Bron: Betonakkoord, www.betonakkoord.nl/betonakkoord richten ondernemers gezamenlijk een Innovatie-buffet op. Daarin beschrijven alle deelnemers de duurzame kansen die zij zien. Aangesloten overheidsorganisaties die aanbestedingen organiseren krijgen vervolgens het recht om ook innovaties van niet-gecontracteerde ondernemers in te kopen. Deze maatregel zorgt ervoor dat innovaties van ondernemers die geen onderdeel uitmaken van het team dat binnen de twee-fasen-aanpak samenwerkt ook bekend zijn of raken en toegepast kunnen worden. Daarmee houden de deelnemers aan het convenant het innovatiepotentieel in die projecten groot.
Welke mogelijkheden hebben ondernemers om innovaties aan te bieden?
In principe is er in elke aanbesteding ruimte voor innovatie. Niet elke uitvraag biedt de mogelijkheid tot disruptieve productinnovaties, maar incrementele procesinnovaties komen in veel projecten voor. Daar staan we in de praktijk niet altijd bij stil, zeker niet als een dergelijke innovatie geen economisch voordeel oplevert. Toch worden veel ideeën geboren in de praktijk en vormen zodoende de basis voor innovaties in volgende projecten. Om uit te leggen welke mogelijkheden ondernemers hebben is het belangrijk om dat voor verschillende soorten innovaties te bekijken:
Incrementele procesinnovatie
In de aanbieding wordt vaak gevraagd om een Plan van Aanpak. Hierin is het aan de ondernemer om vooral op het gebied van processen het verschil met de concurrentie duidelijk te maken. In infraprojecten zijn er vaak veel kansen op het gebied van het voorkomen van hinder (bijvoorbeeld geluid en licht), maar ook op het gebied van bereikbaarheid en duurzaamheid. Ook na gunning is er nog veel mogelijk. Zeker als een procesinnovatie leidt tot voordelen voor zowel de overheidsorganisatie als de ondernemer. In gevallen waar de innovatie een grote impact heeft op het project kan het nodig zijn om het nieuwe proces als wijziging van het contract overeen te komen. In zo’n wijziging kijkt men niet alleen naar (economische) voordelen, maar ook naar eventuele negatieve effecten van het nieuwe proces.
Incrementele productinnovatie
De innovaties in deze groep ontstaan vaak buiten aanbestedingsprocessen om. Ze worden vaak ingebracht door productleveranciers of ontstaan vanuit een idee waar een periode van ontwikkeling op volgt. Incrementele productinnovaties passen vaak bij de uitvraag. De uitdaging zit vooral in het overtuigen van de overheids­organisatie dat het innovatieve product gelijkwaardig of beter is dan het origineel. Als de aanbestedingsprocedure ruimte laat voor een marktconsultatie is het verstandig om als ondernemer op dat moment zo’n incrementele productinnovatie bekend te maken. Zodoende kan de overheidsorganisatie (meer) ruimte bieden in de daadwerkelijke uitvraag en kan zij haar eigen organisatie ook voorbereiden op hetgeen aangeboden gaat worden (het vroegtijdig informeren van beheerders kan veel discussie in een later stadium voorkomen).
Disruptieve procesinnovatie
Dit type innovatie is vaak al beschreven in de aanbieding van een ondernemer. Dat is eigenlijk ook de beste plaats voor dergelijke innovaties. Bij disruptieve procesinnovatie gaat het erom dat een ondernemer een procesinnovatie heeft die wezenlijk verschilt van het beoogde of het gangbare proces. Zo’n innovatie heeft een grote impact op de uitvoering van het project. In het project zelf zal de overheidsorganisatie ook bij moeten dragen aan het nieuwe proces. Om discussie in het project te voorkomen is het belangrijk om een disruptieve procesinnovatie als ondernemer al in de aanbieding mee te nemen.
Disruptieve productinnovatie
Deze productinnovaties hebben een sterk vernieuwend karakter en tonen vaak maar weinig gelijkenissen met gangbare producten die worden toegepast. Een disruptieve productinnovatie past om die reden vaak niet bij de uitvraag. Disruptieve productinnovaties vragen om een zekere mate van marktbeïnvloeding. Dat kan in één op één contacten met overheidsorganisaties buiten aanbestedingsprocedures om, maar kan bijvoorbeeld ook in een marktconsultatie. Geïnteresseerde overheidsorganisaties raken zo bekend met deze nieuwe oplossing en kunnen daar (meer) ruimte voor bieden in aanbestedingen. Als een disruptieve productinnovatie pas op tafel komt in de uitvoering van het project kan dat eventueel geregeld worden door een wijziging overeen te komen waarin aandacht is voor de gevolgen in tenminste geld, tijd en kwaliteit.
Het laten slagen van een innovatie
Een ondernemer kan de kans van slagen van een innovatie vergroten door rekening te houden met een aantal factoren.
  1. Het is belangrijk dat de ondernemer bij de ontwikkeling van de innovatie zicht heeft op (meervoudige)toepassingsruimte. Zodoende is de ondernemer niet afhankelijk van één enkele aanbesteding en één enkele overheidsorganisatie. De kans op het daadwerkelijk in de praktijk kunnen brengen van de innovatie (eventueel zelfs in meerdere projecten) is groter en de kans om de investering terug te verdienen evenzo.
  2. De ondernemer denkt bij het aanbieden van een innovatie goed na over de risico’s en mogelijke beheersmaatregelen. Het delen van die informatie kan een overheidsorganisatie het vertrouwen geven om een innovatie daadwerkelijk toe te staan.
  3. De volwassenheid van een innovatie. Deze volwassenheid kan worden uitgedrukt in TRL’s, oftewel Technology Readiness Levels (figuur 4). Hoe hoger het level, des te dichterbij de innovatie is bij het stadium ‘marktklaar’. De TRL-niveaus geven niet alleen inzicht in de status van de ontwikkeling van een innovatie, zij kunnen ook helpen bij het bepalen en plannen van vervolgstappen én geven meer informatie over de nog vereiste inspanningen die geleverd moeten worden.
    [ link ]

    Figuur 4

    Om risico’s te verminderen dient de innovatie al operationeel getest te zijn. Oftewel, de innovatie dient minstens een TRL-niveau 8 te hebben. Desalniettemin – met een gebalanceerde risicoverdeling tussen de Overheidsorganisatie en Ondernemer, of met een samenwerkingsvorm waarbij risico’s vroegtijdig beperkt kunnen worden – is het mogelijk om een innovatie toe te passen die minder hoog op de TRL-ladder scoort.
  4. Het is belangrijk dat een ondernemer nog voor de marktintroductie nadenkt over het intellectueel eigendom. Keuzes maken op basis van een enkele aanbesteding is in deze vaak niet verstandig omdat omgaan met intellectueel eigendom vraagt om strategische keuzes die niet af moeten hangen van een enkele uitvraag. Over intellectueel eigendom zijn vaak al zaken opgenomen in administratieve voorwaarden (UAV en UAV-GC). Deze voorwaarden worden overeengekomen worden in het aanbestedingsproces. Voor beide partijen is het zaak om zich goed op de hoogte te stellen over wat er bewust en onbewust afgesproken wordt met betrekking tot intellectueel eigendom.
    CROW, Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, ONRI en het NL Octrooicentrum hebben een werkwijze met de open licentie uitgewerkt4)Bron: CROW, publicatie 275. Andere alternatieven zijn het werken met een Gebruikslicentie, een Upfront licentie en een Ex-post/Ex-ante licentie.5)Bron: PIANOo, www.pianoo.nl/nl/themas/innovatiegericht-inkopen/het-kort-metrokaart/waarin-verschilt-het-innovatiegerichte-9