Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek Diepwanden
Deze tekst is gepubliceerd op 14-05-22

Dilatatievoegen

Naast de hierboven beschreven diepwandvoegen, benodigd om panelen op elkaar te laten aansluiten, zijn er soms ook dilatatievoegen noodzakelijk. Deze zijn nodig waar grote vervormingsverschillen worden verwacht, die te groot zijn om te worden opgenomen door een voegstrip in een diepwandvoeg. Dilatatievoegen in de diepwand zijn nodig bij:
  1. waar in de aansluitende constructie van vloer(en), dak en/of wanden dilatatievoegen aanwezig;
  2. Waar zettingsverschillen worden verwacht door geconcentreerde belastingen op delen van de wand;
  3. Waar vloeren eindigen, bijvoorbeeld overgang van gesloten tunneldeel naar een open deel of toerit;
Waar grote vloervelden gefaseerd worden gestort zal de verhardingskrimp leiden tot opentrekken van een voeg. De mate van de krimp bepaalt of kan worden volstaan met een voegstrip op de einden van zo’n vloerveld of dat een dilatatievoeg nodig is. Het einde van een vloerveld moet nooit worden gekozen nabij het midden van een meergangspaneel. Dit zal over het algemeen al snel een verticale scheur tussen de twee wapeningskorven zichtbaar geven.
Het realiseren van een dilatatievoeg is echter niet eenvoudig. Er is een scheurinleider nodig om te zorgen dat de dilatatie op de goede plek zijn werking gaat doen. De wapeningskorven aan beide zijden van de voeg mogen niet met elkaar verbonden zijn. Dit betekent dat de voegslab maar aan één korf verbonden mag zijn. Toch moet deze slab met een breedte van minimaal 150mm, maar vaak 250mm of meer wel zodanig worden gefixeerd dat tijdens plaatsing of betonstroming er geen afwijking in de geometrie ontstaat. De slab mag dus niet beschadigd worden of omklappen. Dit leidt dus tot bijzonder wapeningskorven met een zeer specifieke detaillering. Bij het plaatsen is nog meer zorgvuldigheid nodig dan normaal. Tenslotte zal tijdens het betonstorten moeten worden gezorgd voor een gelijkmatige vulling aan beide zijden van de scheurinleider om bezwijken hiervan tegen te gaan. Er zijn oplossingen bekend om daarom een voegstrip van 150 mm toe te passen aangevuld met na-injectie voorzieningen. In hoeverre dit succesvol kan worden toegepast is niet bekend. In Nederland en België is er geen recente ervaring met deze alternatieve oplossing.
Vanzelfsprekend zal de voegslab in de wand lekvrij moeten worden verbonden met die in de dilatatievoeg in het dak en de vloer(en). Daarvoor moet de voegslab dan worden vrijgemaakt in de wand om deze te verbinden met de horizontale slab in de vloer of dak, bijv. door lassen of lijmen.
[ link ]

Figuur 33.Dilatatievoeg met scheurinleider vrijgemaakt voor verbinding met vloerdilatatie.

Ook een hoek in het diepwandtracé of een verbinding met een wand loodrecht op de diepwand is gevoelig voor scheurvorming. Geadviseerd wordt om hier altijd een meergangspaneel toe te passen, waarbij de wapeningskorven onderling met elkaar verbonden zijn of uit één geheel bestaan.