Omgevingsinvloed
Een belangrijk aspect van diepwanden is het feit dat deze tot grote diepte nagenoeg trillingsvrij en geluidsarm kunnen worden aangebracht. Indien een wand trillingsarm of -vrij tot slechts beperkte diepte moet worden ingebracht en/ of er slechts een beperkt buigend moment behoeft te worden opgenomen zijn er echter alternatieven voor een diepwand mogelijk die moeten worden afgewogen:
- Een statisch ingebrachte stalen damwand
- Soil-mixwand
- Boorpalenwanden
De statisch ingebrachte stalen damwand valt veelal af indien deze tot grote diepte of in grond met een hoge conusweerstand moet worden ingebracht. De beide andere genoemde alternatieven vallen veelal af indien sprake is van wanden met grote kerende hoogtes, of wanden waarmee een groot buigend moment moet kunnen worden opgenomen of waaraan hoge stijfheidseisen worden gesteld.
In veel toepassingen zal het effect op de omgeving van belang zijn, zodat in die gevallen toch in de verkennende fase een eindige elementen berekening nodig kan zijn. Er moet bij de vergelijking tussen alternatieven dan wel worden gelet op installatie-effecten. In de meeste eindige elementen software zijn installatie effecten lastig te modelleren. Horizontale grondverdringing of ontspanning is nog wel te modelleren bijvoorbeeld door middel van een opgelegde volumerek, maar verdichtingseffecten door trillingen (bij stalen dam- of combiwanden) zijn al veel lastiger modelmatig te benaderen. Boogwerking tussen openstaande en al gestorte of nog te ontgraven sleuven is eigenlijk alleen goed te analyseren in een 3D eindige elementen pakket. Voor een verkennende berekening gaat dat wat te ver; dat komt aan bod na keuze constructie en dimensies zoals sleuflengte. In de verkennende fase kan beter gebruik worden gemaakt van kentallen bijvoorbeeld uit het CUR/COB rapport F530 Aanbevelingen voor het ontwerp van bouwkuipen in stedelijke omgeving, m.n. par. 6.4.3 en 6.4.4.