Afstrooien van asfalt

De bitumenhuid rond het mineraal aggregaat dat zich aan het wegoppervlak bevindt, kan een te lage aanvangsstroefheid veroorzaken. Om dit te voorkomen, kan na de eerste walsovergangen de deklaag worden afgestrooid met een steenslag of brekerzand. Afhankelijk van het type asfalt en de verkeerssituatie moet de ontwerper zich afvragen of afstrooien noodzakelijk is. In bijna alle gevallen blijkt afstrooien bij te dragen aan de stroefheid in de eerste maanden na openstelling. Voor AC surf en SMA-NL 11 wordt in de regel steenslag 2/6 of 1/3 aanbevolen, voor fijner SMA steenslag 1/3 of brekerzand. ZOAB werd vanouds niet afgestrooid, omdat het afstrooimateriaal de poriën aan het wegoppervlak zou verstoppen.

Bij nieuw aangelegd ZOAB bestaat echter het risico op onvoldoende remvertraging (ook droge stroefheid of aanvangsstroefheid genoemd) omdat de stenen aan het oppervlak van nieuw ZOAB nog omhuld zijn met bitumen. Als hiertegen geen maatregelen worden genomen, wordt de remweg te lang. Het is van groot belang dat de weggebruiker hierop wordt geattendeerd (zie 2.8.1). Problemen met de remvertraging kort na aanleg kunnen worden voorkomen door vroegtijdig in het walsproces een geringe hoeveelheid fijn scherp afstrooimateriaal (zonder de fractie kleiner dan 0,5 mm) aan te brengen. Dit afstrooimateriaal draagt bij aan het verhogen van de aanvangsstroefheid en -remvertraging zonder de functionele eigenschappen, zoals waterdoorlatendheid en geluidsreductie, en de levensduur van de deklaag aan te tasten [68]. Afstrooien van ZOAB is daarom gangbare praktijk geworden. Doorgaans wordt brekerzand of een slak 1/3 (glasslak, asilgrip of een vergelijkbare soort) gebruikt.

Ook bij dunne geluidreducerende deklagen (DGD) kan afstrooien kort na aanleg een positieve invloed hebben op de aanvangsstroefheid.

Afstrooien (zie Figuur 108) kan het beste plaatsvinden na de eerste walsovergang bij voldoende hoge temperaturen. Op deze manier wordt het afstrooimateriaal weggedrukt in het nog warme asfalt waardoor een goede inbedding in het korrelskelet van de deklaag wordt bereikt. Bij toepassing van een heet asfaltmengsel bedraagt de minimale temperatuur om nog te kunnen afstrooien 110°C. Voor warm asfalt en gemodificeerde bindmiddelen moeten de richtlijnen van de producenten worden gevolgd.

Het is belangrijk dat bij het afstrooien het afstrooimateriaal gelijkmatig en in de juiste hoeveelheid over het oppervlak wordt verdeeld. Er zijn verschillende machines beschikbaar om een deklaag mechanisch af te strooien. Afhankelijk van de toegepaste machine wordt het afstrooimateriaal voor-, zij- of achterwaartse ten opzichte van de rijrichting verspreid. Met schotelstrooiers is het moeilijk om het afstrooimateriaal in de juiste hoeveelheid op de juiste plaats aan te brengen. Met meer geavanceerde afstrooiapparatuur met afstrooien in een rechte lijn kan de hoeveelheid afstrooimateriaal beter worden gedoseerd [69].

Het merendeel van het afstrooimateriaal bestaat uit brekerzand of steenslag 1/3, 2/6 of vergelijkbaar. Bij gebruik van steenslag als afstrooimateriaal moet het mineraal aggregaat droog zijn en het stofgehalte minimaal zodat een goede aanhechting mogelijk wordt. Tegenwoordig worden ook producten van een andere herkomst gebruikt zoals materiaal afkomstig van een glassmelt van aluminiumsilicaat. De korrels in dit materiaal hebben scherpe vormen.

Voor een goede aanvangsstroefheid is het van groot belang dat het afstrooimateriaal in het juiste temperatuurgebied wordt aangebracht. Te laat afstrooien betekent dat het afstrooimateriaal niet meer goed hecht aan de bitumenhuid en dat het materiaal gaat rollen. Dan wordt de aanvangsstroefheid niet verbeterd, maar verslechterd. Voor het afstrooien in het juiste temperatuurgebied kan een walsregistratiesysteem behulpzaam zijn.

De aanvangsstroefheid van afgestrooide wegoppervlakken is afhankelijk van het asfalttype, het gebruikte afstrooimateriaal en de uitvoering van het afstrooien. Het afstrooien van met name steenskeletmengsels is erg kritisch, maar als hier de nodige aandacht aan wordt besteed, is afstrooien zeer effectief [70].