Belasting en ontwerpgegevens
De sporttechnische eisen aan een sportveld worden beheerd door de internationale sportbonden. In deze categorie valt de vlakheid van het veld, maar bijvoorbeeld ook de interactie tussen bal en sportvloer. Nationale bonden mogen aanvullende eisen stellen, zoals een nauwere band van de grenzen voor de schokabsorptie van het oppervlak. De bouwkundige eisen aan sportvelden worden in Nederland opgesteld door NOC*NSF.
De belasting van sportvloeren en sportaccommodaties bestaat uit de sporters die hun sport uitoefenen. Voor de dragende lagen van de constructie is deze vorm van belasting niet maatgevend. Onderhoudsmaterieel, vaak in de vorm van tractoren met onderhoudsapparatuur, en ambulances hebben op de buitenaccommodaties een grotere impact.
Outdoor sportvloeren lopen een kans op ontstaan van schade bij een redelijk lange periode van strenge vorst. Voor deze ontwerpconditie heeft NOC*NSF Normblad CONSTR2 [135] opgesteld. Dit normblad geeft aan wat de opbouw van een sportvloer op natuurlijke ondergrond moet zijn. Per type constructie wordt aangegeven wat de ontwerpdiepte vanaf de bovenzijde tot aan de onderzijde van de constructie moet zijn zodat de nadelige gevolgen van vorstindringing acceptabel zijn.
Om de weg te openen voor nieuwe, innovatieve ideeën eventueel in combinatie met nieuwe rekensystemen heeft NOC*NSF Norm CONSTR3 [136] opgesteld. In deze norm worden geen eisen aan de te gebruiken materialen en constructiediktes gesteld, maar moet de constructie afhankelijk van het type constructie voldoen aan de volgende eisen:
- ontwatering;
- vorstbestendigheid;
- draagkracht.