Fysische eigenschappen fijn toeslagmateriaal
Korrelverdeling
De stabiliteit van het korrelskelet in het asfalt wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdrage van het zand aan de inwendige wrijving van dat skelet. Uniform gegradeerd zand - zand met een zeer gelijkmatige korreldiameter - met een geringe hoekigheid bezit een lage stabiliteit. Vooral voor zwaarder belaste wegen worden daarom eisen gesteld aan de hoekigheid van het zand, ofwel het aandeel brekerzand. Hoe fijner het zand, des te groter het met bitumen te omhullen oppervlak. Met fijn zand worden dus schralere asfaltmengsels verkregen die een minder goede verwerkbaarheid en een lagere duurzaamheid bezitten. Figuur 27 toont de zeefkromme van een zandmonster.
[ link ]
Figuur 27 Zeefkromme en eisen aan zeefkromme van fijn toeslagmateriaal
Met fijn zand wordt in het algemeen ook een dichtere korrelpakking (dus een lager percentage holle ruimte) verkregen. Het is technologisch niet altijd mogelijk en economisch niet altijd aantrekkelijk om de verwerkbaarheid en duurzaamheid te verbeteren door verhoging van het bitumengehalte. Voor diverse asfaltmengsels worden daarom eisen gesteld aan de ‘grofheid’ van het zand.
HechtingseigenschappenDe hechtingseigenschappen van fijn toeslagmateriaal moeten overeenkomen met die van grof toeslagmateriaal. De fysische eigenschappen van zand komen normaliter vrijwel overeen met die van steenslag.
Weerstand tegen verbrijzelingDe korrels van fijn toeslagmateriaal worden tijdens de verwerking en later, als ze onderdeel uitmaken van het korrelskelet, blootgesteld aan hoge contactdrukken. Het fijne mineraal aggregaat moet daarom een voldoende hoge weerstand tegen verbrijzeling bezitten. Deze weerstand tegen verbrijzeling wordt niet in het laboratorium onderzocht. Met de in Nederland gebruikte soorten natuurlijk zand en brekerzand zijn er op dit punt geen problemen.