Geluidreductie
Wegverkeer vormt zowel in Nederland als in Europa verreweg de belangrijkste bron van geluidhinder. Al sinds het eerste advies van de Gezondheidsraad in 1971 wordt geprobeerd het verkeerslawaai terug te dringen. In de periode 2002 - 2007 is in het kader van het Innovatie Programma Geluid (IPG) zeer veel inspanning verricht om de geluidhinder door zowel wegverkeer als railverkeer te reduceren [20, 21]. Het onderzoeksprogramma heeft geleid tot nieuwe, geluidreducerende wegdekken, ook wel stille wegdekken genoemd, en beter presterende geluidschermen. Op een stil wegdek wordt het probleem bij de bron aangepakt, in de zin dat er minder geluid wordt geproduceerd. Van dit effect hebben meer mensen profijt dan wanneer de geluidhinder wordt bestreden met geluidschermen of gevelisolatie.
De belangrijkste componenten van verkeergeluid zijn:
- aandrijfgeluid veroorzaakt door het aandrijfsysteem (motor, ventilator en dergelijke);
- rolgeluid veroorzaakt door het contact tussen band en wegdek, bestaande uit bandtrillingen en airpumping;
- vibraties door trillingen van het voertuig, de onderdelen en de lading;
- windgeruis ofwel aerodynamisch geluid.
De geluidemissie neemt toe met de snelheid van het voertuig. Bij snelheden onder de 30 km/h is het aandrijfgeluid meestal dominant. Een uitzondering hierop vormen auto’s met elektrische aandrijving. Bij deze auto’s is ook bij lage rijsnelheden het rolgeluid meestal overheersend. Met betrekking tot het wegdek is uiteraard alleen het rolgeluid van belang. Vooral bij rijsnelheden boven de 30 km/h is, afhankelijk van het percentage vrachtverkeer, deze component in de geluidemissie overheersend. De volgende wegoppervlakeigenschappen hebben invloed op de geluidreductie:
- textuur;
- absorptie;
- mechanische impedantie.
Bij het rijden over een weg wordt de band in trilling gebracht door de textuur van het wegdek. De grootte van het steenslag in het oppervlak (orde 1 – 20 mm) heeft invloed op de afstraling van de profielblokken van de band. Structuren in het wegdek in de ordegrootte van het band-wegdekcontactvlak van 20 mm tot 500 mm (megatextuur) brengen de hele band in trilling. Het wegpersen van lucht uit het contactvlak band-wegdek (airpumping) gaat gepaard met geluidproductie. Dit geluid is sterker naarmate de lucht meer moet worden gecomprimeerd. Een reductie van de bandentrilling wordt verkregen door een lagere macrotextuur (steenmaat) van het wegoppervlak en een betere megatextuur (vlakheid in het golflengtegebied tot 400 mm). Beperking van airpumping – het verschijnsel van vooral compressie en decompressie van lucht in het contactvlak band-wegdek – kan worden verkregen door een open structuur van de deklaag.
Hoewel een grovere textuur leidt tot hogere MPD-waarden en meestal dus ook tot een hoger rolgeluidniveau, beschrijft de MPD de geluideigenschappen niet afdoende. In Figuur 12 is het hoogteprofiel van een wegdek en de inverse hiervan weergegeven. Een rollende band zal bij het bovenste hoogteprofiel (negatieve textuur) de diepere poriën van een wegdek niet ‘voelen’. In het onderste geval (positieve textuur) leiden de pieken wel tot een effectieve aanstoting van de band en zullen ze dus veel meer band/wegdekgeluid genereren [22].
[ link ]
Figuur 12 Negatieve en positieve textuur
Wanneer de holle ruimte in een wegdek toegankelijk is (zoals in ZOAB of in DGD), kan een deel van het geluid worden geabsorbeerd. De hoeveelheid en vorm van de holle ruimte, de weerstand die de stromende lucht in de holle ruimtes ondervindt en de dikte van de absorberende laag bepalen de mate van absorptie en de frequenties waarbij geluid wordt geabsorbeerd. Dit laatste is belangrijk, omdat het band-wegdekgeluid vooral rond een frequentie van 1000 Hz wordt opgewekt. Over het algemeen vindt de absorptie van geluid plaats bij de hogere frequenties. Vervuiling van een open wegdek zal de effectieve dikte van de absorberende laag verkleinen en daarmee de absorptie verminderen of de absorptiepiek in het spectrum verschuiven. Met een absorptiemeting kan de vervuilingsgraad van een open wegdek goed worden gemeten.
Mechanische impedantieDe mechanische impedantie, ook wel aangeduid als de ‘stijfheid’ van de wegdekconstructie en van de band, bepaalt in hoeverre de opgewekte trillingen in het contactvlak band-wegdek kunnen worden overgedragen op het wegdek (waar demping optreedt) en naar de band (waar het geluid wordt afgestraald). Eenvoudig gezegd: een ‘verend’ wegdek kan veel van de gegenereerde trillingen dempen en daarmee het geluid reduceren. Dit effect vindt vooral plaats bij de middelste frequenties (rond 1000 Hz). Omdat juist bij deze frequentie het meeste geluid wordt gegenereerd, kan met een optimale mechanische impedantie een groot geluidreducerend effect worden bereikt. Als nadeel geldt dat de rolweerstand toeneemt (zie 2.8.4).
Reken- en meetvoorschriftenDe hoeveelheid geluid die op de gevels van woningen terechtkomt, mag volgens de Wet milieubeheer niet boven 50 dB(A) uitkomen. Dat is de voorkeurswaarde. Bij de aanleg van nieuwe wegen wordt ernaar gestreefd de geluidbelasting niet boven die voorkeurswaarde te laten komen. Voor woningen langs bestaande wegen is die plafondwaarde moeilijker te halen. Het absolute maximum voor geluidbelasting op de gevel van een woning is 65 dB(A). Woningen die voor 2012 al een geluidbelasting boven de 65 dB(A) ondervonden, komen in aanmerking voor geluidsanering.
Voor de bepaling van de geluidbelasting van wegverkeerslawaai zijn de regels vastgelegd in een wettelijk reken- en meetvoorschrift. Vanaf 1 juli 2012 is hiervoor bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 van toepassing [w3]. Bij de berekening van de geluidbelasting kan gekozen worden uit de volgende methoden:
- De standaardrekenmethode 1 leent zich voor eenvoudige situaties, zoals bij rechte wegen zonder geluidschermen. De berekening wordt in dit geval gebaseerd op de totale A-gewogen geluidniveaus, zonder onderscheid te maken naar de verschillende frequentiebanden. A-gewogen houdt in dat de geluidsterkte wordt gemeten met een correctie voor de gevoeligheid van het menselijk oor; deze gevoeligheid is voor verschillende frequenties van het geluid niet gelijk. Een mens hoort bijvoorbeeld een toon van 10 Hz veel zachter dan een toon van 1000 Hz met dezelfde fysische geluidsterkte, namelijk 70 dB(A) zachter (zie Figuur 13).
- De standaardrekenmethode 2 houdt wel rekening met de frequentieafhankelijkheid in de emissie en de overdrachtstermen. Bij deze methode worden de berekeningen per octaafband uitgevoerd [23].
[ link ]
Figuur 13 A-weging van geluidsterkte
Om de wegdekcorrectie voor een bepaald product te bepalen, worden metingen uitgevoerd op ten minste vijf verschillende, geografisch gescheiden werken met hetzelfde product volgens de Statistical Pass-By-methode (SPB-methode), beschreven in NEN-EN-ISO 11819-1 (zie ook 15.8.1).
De wegdekcorrectie Cwegdek is het verschil tussen het emissiegetal (dat gebaseerd is op motorvoertuigen op een dicht asfaltbeton) en het emissiegetal bepaald voor het afwijkende wegdektype. De wegdekcorrectie is in het algemeen afhankelijk van de samenstelling en de rijsnelheid van het verkeer. Voor het midden en hoge snelheidsgebied wordt voor het referentiewegdek van dicht asfaltbeton (AC 16 surf) gebruikt, in het lagere snelheidsgebied is dit AC 11 surf. Figuur 14 laat duidelijk zien dat geluidreducerende dunne asfaltdeklagen en ZOAB-varianten stiller zijn dan andere soorten wegdekken.
[ link ]
Figuur 14 Wegdekcorrectiefactoren geluid voor lichte voertuigen
Met de verouderingscorrectie Ctijd wordt beoogd een representatief beeld te geven van de gemiddelde akoestische prestatie over de technische levensduur van een wegdektype. Voor het vaststellen van Ctijd wordt een vaste waarde van de snelheid aangenomen in het snelheidsbereik dat van toepassing is voor situaties waar het desbetreffende wegdek voor is bedoeld. Voor wegdekken in stedelijke situaties is dit 50 km/h, voor wegdekken bedoeld voor autowegen en autosnelwegen is dit 80 of 110 km/h.
Stille wegdekkenOp de website van Infomil wordt een lijst up-to-date gehouden van alle wegdekcorrectiefactoren voor gebruik in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 [w4]. Dit overzicht met verschillende tabbladen toont de waarden voor Cwegdek en Ctijd. Hiermee kan voor een gekozen wegdek, voertuigsamenstelling (percentage lichte, middelzware en zware vrachtwagens) en rijsnelheid de geluidreductie worden berekend.
Om een geluidreducerend wegdek te verkrijgen, kunnen verschillende asfaltmengsels worden toegepast. De keuze voor het meest geschikte asfaltmengsel is afhankelijk van de gewenste omvang van de geluidreductie, het type verkeer, de verkeerssnelheid en de gebruiksfunctie van de weg. Op autosnelwegen wordt veelal ZOAB 16 of 2L-ZOAB (zie 4.2.2) toegepast. Met deze asfaltmengsels zijn geluidsreducties tot 6 dB(A) bereikt. Op provinciale en gemeentelijke wegen worden, waar een geluidreducerend wegdek gewenst is, veelal dunne geluidreducerende asfaltdeklagen (DGD) toegepast. De geluidreductie van dit type deklaag bedraagt zo’n 4 dB(A). Fijne mengsels van steenmastiek leveren een beperkte geluidreductie van circa 1 dB(A) [24].