Keuzemodel wegconstructies

In de beginfase van een project zijn nog maar weinig details bekend, maar toch is het bij de aanleg van een nieuwe weg of de reconstructie van een bestaande weg voor ontwerpers, wegbeheerders, aannemers en adviseurs van cruciaal belang om snel en eenvoudig inzicht te krijgen in de mogelijke constructies. Voor dat doel is het programma OIA ongeschikt. De benodigde hoeveelheid data is op dat moment simpelweg nog niet beschikbaar. Het door CROW uitgebrachte ‘Keuzemodel wegconstructies’ en het bijbehorende softwareprogramma KMW 1.1 [98] voorzien beter in de behoefte van dat moment.

KMW 1.1 bevat geen rekenhart waarin een meerlagensysteem wordt doorgerekend; het programma bevat daarentegen een database die met behulp van berekeningen met meerlagensystemen is gevuld, KMW 1.1 vraagt net als elk ander ontwerpprogramma voor wegverhardingen om invoergegevens van de gewenste levensduur en de te verwachten verkeersbelasting. Voor de berekening kan worden volstaan met informatie over de bestaande dagintensiteit van motorvoertuigen, het aandeel vrachtwagens en de jaarlijkse verkeersgroei. Voor de karakterisering van de ondergrond kan de gebruiker een keuze maken uit elf basisgrondprofielen. De ondergrondgegevens worden gebruikt in het dimensioneringsproces. Door middel van interpolatie zoekt het programma voor de inputdata naar oplossingen.

De grondprofielen worden ook gebruikt in zettingsanalyses. Per type weg moet de gebruiker aangeven welk dwarsprofiel en welke ontwerphoogte het best passen bij de situatie. Voor het onderscheid in wegtype wordt de classificatie van de CROW-beheersystematiek gehanteerd. Voor de combinatie grondprofiel, dwarsprofiel en ontwerphoogte en in te voeren eisen over de beschikbare bouwtijd of toelaatbare restzetting bepaalt het programma uit twaalf constructievarianten, zoals zandophoging met drains of zand met 1 m extra overhoogte, welke varianten geschikt zijn, wat de bijbehorende zetting is en welke dikte van zandbed moet worden aangebracht rekening houdend met de zetting. Figuur 132 toont een voorbeeld van de gedetailleerde uitvoer van KMW 1.1.

De gebruiker kan kiezen uit een verharding van asfalt, betonstraatstenen of cementbeton, maar ook uit een reeks funderingsmaterialen. Hij kan echter geen eigen materialen invoeren. De keuze uit de materialen in de database is echter zeer ruim.

Bij de keuze voor asfalt kan de gebruiker uit diverse soorten deklagen. Op basis van de verkeerssamenstelling en rijsnelheid bepaalt KMW 1.1 de te behalen geluidsreductie. Aanvullend kan KMW 1.1 bepalen wat de vorstindringingsdiepte is en of er kans op trillinghinder bestaat. Voor deze laatste berekening moeten data over de bebouwing beschikbaar zijn, zoals soort bebouwing en afstand tot de weg.

De database van KMW 1.1 is wat betreft asfalt gedateerd. De asfaltmengsels dateren uit 2008. Bovendien zijn sinds die tijd de regels voor bepaling van de geluidsreductie van asfaltdeklagen veranderd. Niettemin blijft het programma een bruikbare tool om snel een volledig beeld te krijgen van de constructie-opbouw en het zettingsgedrag in de fase voorafgaande aan de uiteindelijke ontwerpfase.