Kolomproef
Het doel van de kolomproef is het bepalen van de cumulatieve uitloging van anorganische componenten uit niet-vormgegeven bouwstoffen en vormgegeven bouwstoffen, die, door hun zwakke binding of zeer open structuur, zich zullen gedragen als niet-vormgegeven bouwstoffen. Bij deze bouwstoffen treedt doorstroming van de bouwstof op. In de kolomproef wordt gewerkt met een vaste massaverhouding tussen de hoeveelheid door gestroomde vloeistof en de vaste stof (L/S=10). De kolomproef wordt uitgevoerd conform NEN 7383 ‘Bepaling van de cumulatieve uitloging van anorganische componenten uit poeder- en korrelvormige materialen met een vereenvoudigde procedure voor de kolomproef - Vaste grond- en steenachtige materialen’. De kolomproef conform NEN 7373 in zeven fracties wordt in Nederland nauwelijks gebruikt vanwege de zeer hoge analysekosten. Er wordt met de vereenvoudigde kolomproef conform NEN 7383 gewerkt waarbij slechts één mengextract bij L/S =10 (1+9) wordt geanalyseerd.
Indien nodig wordt het monster vooraf verkleind tot kleiner 4 mm. De kolom met een diameter van 50 mm wordt verticaal opgesteld en tot een hoogte van circa 300 mm gevuld met monstermateriaal (kleiner dan 4 mm). Tijdens het vullen moet gezorgd worden voor een goede pakking in de kolom om kanaalvorming te voorkomen. De kolom moet in lagen van ongeveer 5 cm worden gevuld waarbij elke laag afzonderlijk moet worden verdicht, door een valgewicht van 125 g driemaal vanaf een hoogte van ongeveer 20 cm te laten vallen.
De inlaat en uitlaat van de kolom worden voorzien van stroomverdelers en van zeer fijne filters om zwevend stof in het eluaat (dat is de stof die men krijgt door uitwassen) te voorkomen.
Vervolgens wordt de kolom van onderuit doorstroomd met ultra-puur gedemineraliseerd water (pH = 7). De vloeistof die door de kolom heeft gelopen (eluaat), wordt verzameld en geanalyseerd op de gewenste anorganische componenten. Omdat het eluaat in het begin relatief sterk geconcentreerd is en daardoor stoffen aan het vaatwerk kunnen hechten, wordt het extract tot L/S=1 separaat opgevangen en direct geconserveerd. De overige vloeistof L/S=1-10) wordt in haar geheel opgevangen en na afloop van de gehele doorlooptijd geconserveerd en evenredig gemengd met de eerste fractie. De pH-waarde van het eluaat wordt opgelegd door het materiaal zelf. Op basis van de resultaten van de kolomproef kan de cumulatief uitgeloogde hoeveelheid, de zogenoemde emissie, van elke geanalyseerde component worden berekend. Deze emissie kan direct getoetst worden aan de maximale waarden uit de bijlage van het Besluit Bodemkwaliteit/ Regeling bodemkwaliteit. De emissie in de kolomproef wordt uitgedrukt in mg/kg ds.