Kwaliteits- en toepassingsregels bouwstoffen

Alle bouwstoffen in de hele bouwstoffenketen moeten voldoen aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. De maximale samenstellings- en emissiewaarden zijn opgesteld voor stoffen die vaak in bouwstoffen voorkomen en die invloed hebben op de kwaliteit van de bodem. De maximale samenstellings- en emissiewaarden zijn te vinden in Bijlage A van de Regeling bodemkwaliteit. Voor anorganische parameters (o.a. metalen) gelden emissiewaarden. Deze emissiewaarden zijn verschillend voor vormgegeven bouwstoffen, niet-vormgegeven bouwstoffen en IBC-bouwstoffen, vanwege de verschillen in uitloogeigenschappen. Voor organische parameters (o.a. benzeen, PAK’s en minerale olie) gelden samenstellingswaarden, omdat voor een aantal van deze stoffen geen geschikte uitloogproeven en nog onvoldoende uitlooggegevens beschikbaar zijn om emissiewaarden op te baseren. De samenstellingswaarden zijn voor de verschillende categorieën van bouwstoffen gelijk.

Naast het voldoen aan de kwaliteitseisen van het Besluit bodemkwaliteit, gelden voor bouwstoffen nog toepassingsregels. Bouwstoffen mogen alleen worden toegepast in ‘werken'. Dit zijn functionele, nuttige toepassingen van bouwstoffen. Voor asfalt zijn dat o.a. wegen, vliegveldverhardingen, dijkbekledingen, depots voor opslag verontreinigde grond. Bovendien mag niet een grotere (of kleinere) hoeveelheid bouwstoffen worden toegepast dan voor de functie noodzakelijk is. Anders is sprake van het ontdoen van afvalstoffen. Verder moeten bouwstoffen terugneembaar worden toegepast en worden verwijderd wanneer een werk zijn functie verliest.