PAK-detectie
Als voor analyses in het kader van CROW-publicatie 210 ‘Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt’ kwalitatief het PAK-gehalte van te onderzoeken asfalt moet worden bepaald, kan hiervoor de PAK-detectorproef worden gebruikt. Bij uitvoering conform Proef 77.2 van de Standaard RAW Bepalingen wordt de proef uitgevoerd op een schoon droog oppervlak verkregen overeenkomstig proef 77.1 (zie 14.3.2).
Het beoordelingsvlak (zaagvlak van een boorkern) wordt in de lengterichting afgeplakt met crêpetape en papier, zodanig dat een strook van ten minste 2 cm breedte over de totale lengte van de cilinder onbedekt blijft.
Breng met een spuitbus in één keer een dunne, maar dekkende laag PAK-detector aan op het onbedekte gedeelte van het beoordelingsvlak. De PAK-detector heeft een waarnemingsgrens van ongeveer 250 mg/kg PAK(10) in asfalt. De speciale verf geeft bij PAK-gehalten boven deze waarnemingsgrens onder UV-licht fluorescentie (zie Figuur 196).
[ link ]
Figuur 196 UV-Fluorescentie van teerhoudende asfaltlaag door gebruik van PAK-detector
De PAK-detector toont alleen de aanwezigheid van PAK aan als het gehalte meer dan 250 mg/kg droge stof bedraagt. Als verkleuring optreedt, is het dus zeker dat de onderzochte laag teerbestanddelen bevat. Verder onderzoek is dan niet meer nodig. Als geen verkleuring optreedt, is dit geen garantie dat het asfalt teervrij is. Er is dan aanvullend onderzoek nodig in de vorm van een semi-kwantitatieve analyse via Dunne-laag-chromatografie (DLC), of kwantitatieve analyse met behulp van Gaschromatografie en massaspectometrie (GC/MS) of High Performance Liquid Chromatography (HPLC) analyses.
Als de PAK-detectieproef wordt uitgevoerd in het kader van CROW-publicatie 210 ‘Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt’ [55] moeten zowel uitvoering als analyse van de proef worden uitgevoerd door een laboratorium dat geaccrediteerd is voor de proef.
De rapportage van de PAK-detectorproef bevat de codering van de cilinders en de aanduiding van de diepteligging van de fluorescerende zones. De rapportage van de PAK-detectorproef wordt in het algemeen gecombineerd met de rapportage van de laagdiktebepaling volgens proef 77.1 van de Standaard RAW Bepalingen.
In veel gevallen worden naast tabellen ter verheldering ook grafische weergaven gerapporteerd in de vorm van bijvoorbeeld boorprofielen met laagopbouw en teerhoudende zones. De voorwaarde daarbij is, dat de cilinders in ‘dezelfde volgorde als in de weg/rijstrook’ moeten worden gepresenteerd. Hierdoor kunnen wegvakken met een homogene laagopbouw eenvoudig worden vastgesteld en kunnen de monsters voor nader onderzoek van niet-fluorescerende zones eenvoudig worden aangeduid.