Rafeling
Rafeling is het verdwijnen van stenen met een doorsnede groter dan 2 mm uit het wegoppervlak door onvoldoende hechting van de steen aan een bindmiddel of door verwering van de mortel. De weg krijgt hierdoor een putvormig oppervlak. Zowel verkeersbelasting als weersinvloeden veroorzaken rafeling. Deze schade treedt veel op bij open deklagen, maar komt ook voor op dichte deklagen. Kenmerkend voor rafeling is dat na de eerste verruwing van het oppervlak (zie Figuur 134), de schade vaak snel toeneemt. Dit is in het bijzonder het geval bij alle soorten ZOAB. Op meer dan 60% van deze deklagen is rafeling de maatgevende schade om onderhoud uit te voeren [100]. Voor de weggebruiker betekent rafeling een afname van het comfort (meer geluid, onrustiger sturen) en meer kans op ruitbreuk door loslatende steentjes. Ernstige rafeling heeft ook een negatief effect op de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld omdat het kan leiden tot gaten in de deklaag.
[ link ]
Figuur 134 Rafeling bij ZOAB
Bij rafeling van oppervlakbehandelingen raakt steenslag los van het bindmiddel (‘rui’). Hoewel het wegdek dan vaak een vettig aanzien krijgt door het blootliggende bindmiddel, is hier toch sprake van rafeling.