Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Asfalt in de weg- en waterbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 23-12-20

Sondering

De uitvoering van de in Nederland meest gebruikte vorm van sonderen is beschreven in NEN-EN-ISO 22476-1 ‘Geotechnisch onderzoek en beproeving - Veldproeven - Deel 1: Elektrische sondering met en zonder waterspanningsmeting’. Sonderen is het bepalen van de draagkracht van de grond door een staaf met kegelvormige punt met een tophoek van 60°, de sondeerconus, verticaal in de grond te drukken en daarbij de mechanische weerstand van de grond te meten. Sonderingen worden uitgevoerd door een sondeerwagen, doorgaans een zware 4x4 of 6x6 vrachtwagen of een voertuig op rupsbanden.
Bij de meeste sonderingen wordt tevens de wrijvingsweerstand van de grond langs het staal van de sondeerstang, de kleef, gemeten. De verhouding van de plaatselijke kleef en de conussondeerweerstand wordt aangeduid als het wrijvingsgetal. Dit heeft een relatie met het type grond. Getallen van 8 en hoger wijzen op de aanwezigheid van veen, terwijl getallen lager dan 2 indicatief zijn voor zanderige gronden.
De meetgegevens worden per sondering gepresenteerd in een sondeerstaat (zie Figuur 199). Aan de linkerzijde van de grafiek is de conussondeerweerstand weergegeven, aan de rechterzijde het wrijvingsgetal. NEN 9997 bevat vuistregels voor het omrekenen van de conussondeerweerstand naar stijfheidsmoduli.
[ link ]

Figuur 199 Sondeerstaat