Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Asfalt in de weg- en waterbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 19-12-20

Walsprocedure

Bij het verdichten worden combinaties van twee of drie walsen gebruikt, meestal een combinatie van een driewielwals en een tandem(tril)wals. Bij de inzet van een bandenwals wordt verdicht volgens de conventionele methode, waarbij de bandenwals zich bevindt tussen de voor- en nawals in, óf volgens de hot-and-dry-methode, waarbij de bandenwals als hoofdwals voorop rijdt. Daarna volgt bijvoorbeeld een driewielwals voor het nawalsen.
Er wordt zo veel mogelijk gewalst met de aangedreven walsrol in de richting van de asfaltspreidmachine. Dit geeft minder risico op ‘opstuwing’ van de asfaltlaag en levert een vlakker rijoppervlak op. Vooral bij de eerste walsovergangen op het warme, zachte asfalt moet de wals in het gewalste spoor terugrijden om, aangekomen op het afgekoelde, reeds verdichte asfalt, een halve walsbreedte te versporen voor een volgende walsovergang.
Om het aanhechten van het warme asfalt aan de stalen walsrollen te voorkomen, worden deze bevochtigd met water uit een op de wals aangebrachte tank. Als bij de bandenwals de hot-and-dry-methode wordt toegepast, worden de rubberen banden niet bevochtigd. In dit geval wordt infraroodverwarming gebruikt om de banden op temperatuur te brengen en te houden. Als de rubberen banden ‘koud’ zouden zijn, zou het warme asfalt eraan blijven plakken. In de praktijk is gebleken dat aankleven van asfaltmortel niet optreedt zodra de banden na enkele minuten walsen warm geworden zijn.
Bij het verdichten van de gespreide asfaltlaag wordt altijd begonnen met het walsen van de zijkanten. Hierdoor wordt als het ware de gemaakte strookbreedte opgesloten, zodat het wegdrukken van het asfalt niet mogelijk is. Daarna wordt de baan van buiten naar binnen verdicht door telkens een halve walsbreedte te versporen (zie Figuur 103). Bij het verdichten moet nadrukkelijk aandacht worden geschonken aan de langsnaad tussen twee asfaltstroken. Als er wordt aangesloten tegen een reeds afgekoelde strook, bij een zogeheten koude naad, wordt het asfalt met een overlap van enkele centimeters op de bestaande strook gespreid. Vervolgens wordt het overlappende asfalt met een hark teruggedrukt tot op het verse asfalt en met een bezem worden de fijne delen van het asfalt in de naad geveegd. Pas daarna wordt de naad ingewalst en kan een goede vlakheid worden verkregen.
[ link ]

Figuur 103 Walspatroon