Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Asfalt in de weg- en waterbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 20-12-20

Zandasfalt

Zandasfalt voor de waterbouw bestaat uit, meestal ter plaatse gewonnen, zand dat wordt gemengd met 3 tot 5% m/m bitumen 70/100. Het bitumen vult de holle ruimte nauwelijks, zodat het mengsel zeer poreus en waterdoorlatend is. De holle ruimte van dit sterk ondervulde asfalt bedraagt 30 tot 40%. Door het hoge zandgehalte is de stabiliteit van zandasfalt vergelijkbaar met die van het gebruikte zand; dit geldt echter alleen bij langzame belasting. Bij snelle belasting is zandasfalt veel stabieler dan zand door de bijdrage van het bitumen. De maximum steilheid van het talud is voor zandasfalt ongeveer 1:2,5 als weinig vervormingen toelaatbaar zijn en ongeveer 1:1,5 als de vervormingen niet relevant zijn.
Zandasfalt heeft door de open structuur en de geringe hoeveelheid bitumen een geringere levensduur dan mengsels zoals waterbouwasfaltbeton en gietasfalt. Zandasfalt wordt onder en boven water in bulk toegepast als kernmateriaal voor perskaden en golfbrekers. Het is als materiaal in een perskade aantrekkelijk vanwege de blijvende samenhang. Daarnaast wordt het toepast als filterlaag en soms als een (tijdelijke) bekleding.
Zandasfalt wordt in het algemeen niet verdicht, dit heeft alleen zin bij de toepassing als bekleding. Niet verdicht zandasfalt is doorgaans even doorlatend als het zand waarvan het is gemaakt. Toevoeging van vulstof aan het mengsel en verdichten heeft een gunstig effect op de levensduur maar vermindert de doorlatendheid. Vulstof wordt daarom niet toegepast in zandasfaltfilters.