Componenten en functies van asfaltwapening
In voorgaande hoofdstukken is aangegeven dat asfaltwapening meer is dan alleen een product dat trekkrachten kan opnemen en dat een asfaltwapening bestaat uit verschillende componenten. Ook is aangegeven dat een asfaltwapening drie basisfuncties kan vervullen: versterking, spanningspreiding en waterwering. Niet alle functies (kunnen) worden vervuld door alle systemen in alle situaties.
In Tabel 3 is een overzicht gegeven van de verschillende componenten (‘lagen’) van asfaltwapening. Per component is aangegeven welke functies (basisfuncties of ondergeschikte functies) door deze component kunnen worden vervuld. Hierbij is de belangrijkste functie als eerste genoemd.
Niet alle componenten zijn aanwezig in alle systemen voor asfaltwapening of worden in alle situaties toegepast. Componenten van het systeem kunnen apart worden aangebracht of een onderdeel vormen van het wapeningproduct zelf. Voorbeelden hiervan zijn een vlies of een bitumineuze vooromhulling. Ook kan een materiaal dat in één werkgang wordt aangebracht meer dan één component in de tabel vormen. Zo combineren emulsieasfaltbeton rond een stalen wapening en een bitumineuze vooromhulling van een glasvezel wapening de hechting van het wapeningproduct naar boven en beneden met de bescherming van het wapeningproduct tegen verkeer tijdens de aanleg. Dit kan ook gelden voor een afgestrooide gespoten bitumineuze laag. De in de tabel onderscheiden componenten kunnen dus meestal niet afzonderlijk gespecificeerd worden in een bestek of vraagspecificatie.
Verder kan een component niet altijd alle genoemde doelen realiseren. Zo zal een hechtlaag van 0,3 kg/m2 kleeflaagemulsie onder het wapeningproduct op het oude oppervlak mogelijk wel hechting kunnen realiseren, maar geen bescherming, spanningspreiding of waterwering.
Tabel 3 Overzicht van componenten van een scheurremmende voorziening en hun doelen/functies.
Omschrijving | Altijd / soms 1) | Materiaal / vorm (verschillende mogelijkheden, afhankelijk van product) | Doelen/functies (mogelijk niet allemaal van toepassing) |
Asfaltoverlaag | Altijd | Deklaag (altijd) | Rijoppervlak (stroefheid, vlakheid, afwatering, eventueel geluidreductie); Opname van verticale en horizontale krachten |
Een of meer tussenlagen (soms) | Opname van verticale en horizontale krachten; Bescherming van de treklaag bij deklaagvervanging | ||
Afstrooilaag | Soms | Steenslag | Voorkomen lostrekken van hechtlaag en treklaag door de banden/rupsen van werkverkeer op te tillen boven de hechtlaag; Horizontale interlock overlaag met treklaag |
Bovenste hechtlaag (kan tevens beschermlaag zijn, samen met afstrooilaag) | Soms | (Bitumineuze) vooromhulling; Gespoten bitumen of bitumenemulsie; Emulsieasfaltbeton | Hechting (krachtoverdracht) tussen treklaag en overlaag; Bescherming treklaag tegen beschadiging door steenslag of verkeer; Spanningspreiding (STR) indien voldoende bitumen; Waterwering (IB) indien voldoende bitumen |
Treklaag | Altijd 3) | Grid | Versterking: trekkrachten in het wapeningsvlak; Versterking: afschuiving haaks op de wapening; Versterking: omzetten krachten haaks op de wapening naar in het wapeningsvlak; Spanningspreiding |
Bindlaag | Soms | Vlies | Opnemen van bitumen en samen met het bitumen de functies van onderste hechtlaag vervullen |
Onderste Hechtlaag | Altijd (soms gecombineerd met bovenste hechtlaag) | Lijmlaag op het wapeningproduct; (Bitumineuze) vooromhulling (soms om vast te branden); Gespoten bitumen of bitumenemulsie; Emulsieasfaltbeton; | Hechting (krachtoverdracht) tussen treklaag en onderlaag; Bescherming treklaag tegen beschadiging door ruwheid van onderliggend oppervlak (bijvoorbeeld freesvlak); Spanningspreiding (STR 2) ) indien voldoende bitumen;Waterwering (IB) indien voldoende bitumen |
Profileerlaag | Soms | Asfalt | Uitvlakken oneffenheden; Leveren goed hechtvlak voor asfaltwapening |
Onderliggende constructie 4) | Altijd | Asfalt, beton, elementen | Ondersteunen wapening en overlaag; Afdragen belastingen naar ondergrond |
1) Niet alle genoemde lagen zijn in alle asfaltwapeningsystemen aanwezig of in alle situaties. Systeem- of situatie-afhankelijkheid wordt hier echter niet onderscheiden.2) Een spanningspreidende (hecht)laag wordt soms ‘glijlaag’ genoemd, omdat de treklaag lokaal kan verschuiven ten opzichte van de onderliggende constructie, om scheurbewegingen van de onderliggende constructie te spreiden over de overlaag.3) Bij een asfaltwapening is altijd een treklaag aanwezig, als hoofdonderdeel van het wapeningproduct, anders is het geen wapening. Bij andere scheurremmende voorzieningen kan de treklaag ontbreken.4) De onderliggende constructie kan bestaan uit een oude verharding, eventueel na affrezen van een deel, maar ook uit een nieuwe asfaltonderlaag. Incidenteel wordt asfaltwapening aangebracht direct op een nieuwe vlakke en harde gebonden fundering. Het direct aanbrengen van asfaltwapening op een ongebonden of lichtgebonden fundering blijkt in de praktijk niet te werken. Alhoewel de onderliggende constructie feitelijk niet deel is van de scheurremmende voorziening, is ze wel opgenomen in de tabel omdat ze met de scheurremmende voorziening moet samenwerken. |