Verkeersbelasting

Stap 55. Ouderdom
Voor de analyse van de meetgegevens, de bepaling van de restlevensduur en de eventueel benodigde versterking voor de herontwerpperiode zijn de volgende data nodig:

• ouderdom van de weg of aantal jaren sinds laatste groot onderhoud;
• ouderdom van de deklaag;
• de herontwerpperiode.

De ouderdom van de weg is de tijd die is verstreken sinds aanleg of het aantal jaren dat is verstreken sinds de laatste grootonderhoudsmaatregel. De kortste van de twee telt. In QUASAR wordt hieraan een maximum van 20 jaar toegekend. Hetzelfde geldt overigens voor de lengte van de herontwerpperiode. De ouderdom van de deklaag is met name nodig om de ontwikkeling van spoorvorming te kunnen beoordelen.

Stap 56. Verkeer
Voor de verkeersbelasting geldt de vrachtwagenintensiteit per weekdag als uitgangspunt voor de structurele evaluatie en herdimensionering. Bepaal voor de afgelopen periode de gemiddelde verkeersintensiteit per weekdag. In deze waarde moet vroegere groei zijn verdisconteerd; hiermee wordt bedoeld dat voor het verleden voor elk jaar dezelfde verkeersintensiteit geldt.

Geef voor de herontwerpperiode de verkeersintensiteit (in vrachtwagenaantallen) aan het begin van de periode op en geef tevens de jaarlijkse groei op. Deze groei mag nul of zelfs negatief zijn. Ook mag er een sprong in dagintensiteit zitten tussen verleden en toekomst. Figuur 50 maakt met een voorbeeld een en ander grafisch duidelijk. De figuur laat ook het langeduureffect van grote jaarlijkse groeicijfers zien.

Bij wegconstructies met een gebonden fundering moet een schatting worden gemaakt van de zwaarste aslast die ooit over het wegvak zal rijden. Deze aslast is meestal (veel) groter dan de wettelijk toegestane aslast. Waarden van 200 kN en 250 kN zijn reële schattingen voor licht bereden respectievelijk intensief bereden wegen.