Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Keuzemodel wegconstructies
Deze tekst is gepubliceerd op 26-10-13

Ongebonden fundering

Bij asfaltverhardingen op ongebonden, slappe funderingen moet worden voorkomen dat te veel plastische vervorming in de fundering optreedt. Ook moet de vermoeiingsrek onder in de asfaltlaag binnen de perken blijven. Deze twee ontwerpaspecten zijn als uitgangspunten genomen bij de berekeningen voor de dimensionering.
Secundaire spoorvorming
Plastische deformatie in de fundering en de lagen daaronder wordt samen secundaire spoorvorming genoemd. Dit type spoorvorming kan met name bij dunne asfaltverhardingen optreden. Bij dikke asfaltverhardingen spreidt de asfaltlaag veel van de verkeersspanningen waardoor secundaire spoorvorming nauwelijks voorkomt. Dan is alleen de vermoeiing van het asfalt maatgevend.
In hoeverre secundaire spoorvorming optreedt in een ongebonden granulaire fundering hangt af van de stijfheid en vooral van de verdichtingsgraad van de laag. Ongebonden materialen hebben een stijfheid die afhankelijk is van de spanning. Daarmee is rekening gehouden bij de dimensionering.
Voor granulaire materialen en dus ook voor de ongebonden fundering geldt: hoe hoger de belasting en opsluitspanning worden, hoe stijver de materialen zich zullen gedragen. De stijfheden van de onderfundering, het zandbed of de ondergrond bepalen de klankbodem en hebben dus ook invloed op de stijfheidsmodulus van de fundering. Met andere woorden: een funderingslaag van een bepaald granulair materiaal heeft nooit een constante stijfheidsmodulus maar altijd een stijfheid die afhangt van geometrie en spanningscondities. De diepere lagen hebben ook invloed op de te behalen verdichtingsgraad van de fundering. Daarom zijn voor de dikkere funderingslagen op betere ondergrond hogere verdichtingsgraden (en dus hogere stijfheidsmoduli) gehanteerd dan voor de dunnere lagen.
Als minimale laagdikte voor de fundering is op basis van praktijkervaring 200 mm gekozen. Meer details zijn te vinden in het achtergrondrapport. In de dimensioneringsberekeningen is veel gebruikgemaakt van materiaalkenmerken uit een proefschrift [7].
Dimensionering op basis van de maximale rek onder in de asfaltlaag is van belang voor het beheersen van de scheurgroei van onder uit de asfaltlaag richting het wegoppervlak. Op dit punt is aangesloten bij de gangbare methodieken die in ASCON en CARE [8] worden gebruikt. Voor het karakteriseren van het standaardasfalt zijn de karakteristieken gebruikt van de stijfheid en vermoeiing van steenslag- asfaltbeton. Daarnaast is voor de plattelandswegen op slappe grondslag ook met koud asfalt gerekend. Voor de hogereordewegen kan de gebruiker naast het standaardasfalt kiezen voor een mengsel met verhoogde modulus en asfaltmengsels met verbeterde vermoeiingseigenschappen.