Duurzaam inkopen

Bij veel aanbestedingen hanteert de overheid de Criteria voor duurzaam inkopen van wegen. In versie 1.5 van oktober 2011 zijn in paragraaf 3.2.2 (programma van eisen) de volgende minimumeisen over het verwerken/afvoeren van vrijgekomen stoffen bij uitvoering van werken vermeld:

1. Indien steenachtige stoffen worden gebroken, moet het breken conform de BRL 2506 plaatsvinden.
2. Teerhoudend asfalt (granulaat) moet worden afgevoerd naar een op basis van de Wet Milieubeheer vergunde thermische verwerker.
3. (In het geval van een tijdelijke inrichting, die niet onder de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit valt)

Op de locatie van uitvoering moeten voorzieningen zijn getroffen om verschillende soorten afvalstoffen ten gevolge van de werkzaamheden gescheiden op te slaan dan wel gescheiden af te voeren. Ook voor het gescheiden opslaan van vrijkomende secundaire grondstoffen moeten op de locatie van uitvoering voorzieningen worden getroffen.

Als de opdrachtgever deze criteria voor duurzaam inkopen van wegen hanteert, moeten deze eisen worden opgenomen bij het aanbesteden en contracteren van infrastructurele werken. Daarmee moet worden geborgd dat de opdrachtnemer inderdaad alle afvalstromen netjes scheidt en aanbiedt aan een verwerker. Bij teerhoudend asfalt moeten bewijsmiddelen aan de uitvoerder van het werk worden overhandigd, waaruit blijkt dat het asfalt inderdaad is afgegeven aan een thermische verwerker, bijvoorbeeld aan de hand van de begeleidingsbrieven met daarop onder meer de juiste verwerkingscode, de bestemming, de dag en het tijdstip van afgifte, de afgegeven hoeveelheid en de ondertekening voor ontvangst.