ETW buiten de bebouwde kom
De erftoegangsweg buiten de bebouwde kom (ETW-bubeko) heeft als functie uitwisselen. Dit type weg kent de minste richtlijnen. Deze wegen liggen in het landelijk gebied en polders. Veelal zijn het historische wegen op dijken, langs landerijen en bossen en worden ze opgenomen in een 60 km/h-zone. De categorie ETW-bubeko kent veel vrijheden. Binnen de wegcategorie erftoegangswegen buiten de bebouwde kom zijn er twee verschijningsvormen: ETW-1 en ETW-2, waarbij de auto- en fietsintensiteiten, het openbaar vervoer en de wegbreedte bepalend zijn voor het wel of niet toepassen van lengtemarkering. ETW-1 heeft wel markering, ETW-2 niet. Voor deze wegcategorie bestaat geen minimale inrichting, maar alleen twee ideale verschijningsvormen. Vertrekpunt voor deze wegcategorie is ‘geen markering’ (ETW-2).
Figuur 14. Ideale inrichting erftoegangsweg buiten de bebouwde kom (ETW-2/60 km/h-zone)
B Fysieke rijrichtingscheiding
Eén rijbaan zonder rijrichtingscheiding. Er is nimmer asmarkering aanwezig, behoudens in krappe bogen/bochten of (top)bogen waar het zicht beperkt is.
Eén rijbaan zonder rijrichtingscheiding. Er is nimmer asmarkering aanwezig, behoudens in krappe bogen/bochten of (top)bogen waar het zicht beperkt is.
D Openbare verlichting
Openbare verlichting is enkel ter plaatse van gevaarpunten aanwezig.
Openbare verlichting is enkel ter plaatse van gevaarpunten aanwezig.
E Voorzieningen landbouwverkeer – G Erfaansluitingen op de rijbaan – H Menging verkeerssoorten – I Fietsvoorzieningen
Landbouwverkeer, (brom)fietsers en voetgangers en erfaansluitingen zijn toegestaan. Dus geen vrijliggende voorzieningen voor (brom)fiets- en/of landbouwverkeer.1
Landbouwverkeer, (brom)fietsers en voetgangers en erfaansluitingen zijn toegestaan. Dus geen vrijliggende voorzieningen voor (brom)fiets- en/of landbouwverkeer.1
K Obstakelafstand
De minimaal noodzakelijke obstakelafstand is aanwezig.
De minimaal noodzakelijke obstakelafstand is aanwezig.
N Horizontaal en verticaal alignement
Ontwerpsnelheid is 60 km/h, de verkeersbaan is voldoende breed voor minimaal een landbouwvoertuig.2
Ontwerpsnelheid is 60 km/h, de verkeersbaan is voldoende breed voor minimaal een landbouwvoertuig.2
Q Helling talud
Als naast de weg een talud of sloot ligt, dan moet deze voldoen aan een veilige hellinghoek.
Als naast de weg een talud of sloot ligt, dan moet deze voldoen aan een veilige hellinghoek.
S Draagkrachtige berm
Er is een draagkrachtige zijberm aanwezig.3
Compenserende maatregelenEr is een draagkrachtige zijberm aanwezig.3
- Als er reeds een vrijliggend fietspad aanwezig is, dan moet er extra aandacht worden geschonken aan de snelheid.
- Als er niet voldoende breedte beschikbaar is voor landbouwverkeer om overig tegemoetkomend verkeer te passeren, dan moeten er passeermogelijkheden zijn.
- Een voldoende draagkrachtige en berijdbare zijberm kan ontbreken (bijvoorbeeld op de kruin van een dijk) als er passeervoorzieningen zijn.
Er zijn voor de ETW-2-bubeko geen richtlijnen voorgeschreven met betrekking tot de basiskenmerken A , J , M , O , P en R.
Figuur 15. Ideale inrichting erftoegangsweg buiten de bebouwde kom (ETW-1/60 km/h-zone) met hogere verkeersintensiteit
Afhankelijk van de intensiteiten van het autoverkeer en/of de aanwezigheid van een buslijn kan gekozen worden voor een inrichting conform ETW-1. Daarnaast kunnen fietsvoorzieningen (fietsstroken of fietspaden) voorkomen als de fietsintensiteit dit vereist.
B Fysieke rijrichtingscheiding
Eén rijbaan zonder rijrichtingscheiding. Er is nimmer asmarkering aanwezig, behoudens in krappe bogen/bochten of (top)bogen waar het zicht beperkt is.
Eén rijbaan zonder rijrichtingscheiding. Er is nimmer asmarkering aanwezig, behoudens in krappe bogen/bochten of (top)bogen waar het zicht beperkt is.
C Lengtemarkering
Kantmarkering is aanwezig. Bij hoge fietsintensiteit kan een fietsstrook worden gerealiseerd met lengtemarkering.
Kantmarkering is aanwezig. Bij hoge fietsintensiteit kan een fietsstrook worden gerealiseerd met lengtemarkering.
D Openbare verlichting
Openbare verlichting is enkel ter plaatse van gevaarpunten aanwezig.
Openbare verlichting is enkel ter plaatse van gevaarpunten aanwezig.
E Voorzieningen landbouwverkeer – G Erfaansluitingen op de rijbaan – H Menging verkeerssoorten – I Fietsvoorzieningen
Landbouwverkeer, (brom)fietsers en voetgangers en erfaansluitingen zijn toegestaan.1
Landbouwverkeer, (brom)fietsers en voetgangers en erfaansluitingen zijn toegestaan.1
F Oversteken langzaam verkeer op wegvakken
Oversteken op wegvakken is toegestaan voor langzaam verkeer. Indien noodzakelijk, worden voorzieningen aangebracht.
J Redresseerstrook Oversteken op wegvakken is toegestaan voor langzaam verkeer. Indien noodzakelijk, worden voorzieningen aangebracht.
Redresseerruimte is aanwezig (als een fietsstrook aanwezig is, is de redresseerruimte een onderdeel van deze fietsstrook).
K Obstakelafstand
Noodzakelijke obstakelafstand is aanwezig.
Noodzakelijke obstakelafstand is aanwezig.
L Ov-haltes (bus/tram)
Halteren op de rijbaan, echter niet op fietsstroken.
Halteren op de rijbaan, echter niet op fietsstroken.
N Horizontaal en verticaal alignement
Ontwerpsnelheid is 60 km/h en de rijbaan is voldoende breed zodat landbouwverkeer het tegemoetkomende verkeer kan passeren, eventueel passeer- of uitwijkstroken.
Ontwerpsnelheid is 60 km/h en de rijbaan is voldoende breed zodat landbouwverkeer het tegemoetkomende verkeer kan passeren, eventueel passeer- of uitwijkstroken.
Q Helling talud
Als naast de weg een talud of sloot ligt, dan moet deze voldoen aan een veilige hellinghoek.
Als naast de weg een talud of sloot ligt, dan moet deze voldoen aan een veilige hellinghoek.
S Draagkrachtige berm
Er is een voldoende berijdbare en draagkrachtige zijberm aanwezig.
Compenserende maatregelen Er is een voldoende berijdbare en draagkrachtige zijberm aanwezig.
1) Bij lage fietsintensiteiten of smalle wegen mag in plaats van een fietsstrook een uitwijkstrook aanwezig zijn. Als de fietsintensiteit in combinatie met de auto-intensiteit een fietsvoorziening vergt, is dit minimaal een fietsstrook, het kan ook een vrijliggend fietspad zijn. Bij een combinatie van hoge fiets- en auto-verkeerintensiteiten moet de wegcategorie mogelijk worden heroverwogen.
Er zijn voor de ETW-bubeko met een ideale inrichting geen richtlijnen voorgeschreven met betrekking tot de basiskenmerken A , O , P en R .