3.3.2 Mechanische eigenschappen
Van de 5 series betontegels zijn de volumieke massa, de voortplantingssnelheid van ultrasone geluidsgolven en de buigtreksterkte op een ouderdom van 28 dagen bepaald. Aanvullend is de druksterkte op een ouderdom van 90 dagen bepaald aan gezaagde proefstukken uit de betontegels.
De verkregen resultaten zijn samengevat in tabel 9. Als aanvullende informatie is in deze tabel tevens de effectieve water-‘bindmiddel’factor (‘wbf’) opgenomen, waarbij de vulstoffen ondanks dat ze een type l vulstof zijn toch zijn beschouwd als onderdeel van het ‘bindmiddel’.
Tabel 9. Mechanische eigenschappen betontegels
Eigenschap | REF | KSM | AEC-1 | AEC-2 | AEC-3 |
‘Wbf’ (effectief) | 0,28 | 0,30 | 0,36 | 0,36 | 0,36 |
Volumieke massa (kg/m 3 ) | 2.180 | 2.210 | 2.280 | 2.260 | 2.270 |
Ultrasone snelheid (km/s) | 3,98 | 4,07 | 4,17 | 4,10 | 4,06 |
Berekende dyn. E-modulus (GPa) 1) | 31,0 | 32,9 | 35,7 | 34,2 | 33,7 |
Buigtreksterkte (MPa) | 5,6 | 5,6 | 8,5 | 7,3 | 7,6 |
Volumieke massa (kg/m 3 ) | 2.260 | n.b. | 2.280 | 2.290 | 2.290 |
Druksterkte (MPa) | 31,7 | n.b. | 53,9 | 51,8 | 53,6 |
Verhouding buigtrek/druksterkte(%) | 18 | n.b. | 16 | 14 | 14 |
1) Berekend met E dyn = 0,9rv2 (aanname Poisson’s ratio = 0,2) |
De sterkte van de betontegels met AEC-vulstoffen ligt ondanks de hogere ‘wbf’ (0,36 versus 0,28 voor REF en 0,30 voor KSM) ruim boven die van beide referenties. Dit kan mede worden toegeschreven aan de betere verdichting, zoals blijkt uit de gemeten volumieke massa van de betontegels, die het gevolg is van de betere verdichtbaarheid van de betonmengsels met AEC-vulstoffen. De druk- en buigtreksterkte van de (plastische) mortels met AEC-vulstoffen liggen beduidend onder het niveau van de referentiemortel (zie tabel 6), hetgeen grotendeels is toe te schrijven aan het verhoogde luchtgehalte in die mortels met AEC-vulstoffen. Echter in aardvochtige beton, het toepassingsgebied van de beoogde CROW-CUR Aanbeveling, is geen sprake van een verhoogd luchtgehalte door de AEC-vulstoffen, eerder het tegenovergestelde (zie volumieke massa’s in tabel 9).
Verder valt op dat de druksterkte van het referentiebeton (REF) circa 60% bedraagt van die van de betontegels met AEC-vulstof, terwijl dat percentage voor de buigtreksterkte circa 70% bedraagt. Dit kan niet worden verklaard uit de spreiding in de individuele meetresultaten.
De volumieke massa van de druksterkte proefstukken van het referentiebeton (REF) ligt 80 kg/m3 hoger dan die van de proefstukken voor de buigtreksterkte (2.260 versus 2.180 kg/m3). Dit is het gevolg van de waterabsorptie van circa 4 %(m/m) (zie paragraaf 3.3.4) die optreedt tijdens de in NEN-EN 12504-1 voorgeschreven conditionering van 48 uur onder water voor de druksterkte proefstukken. De proefstukken met AEC-vulstof absorberen tijdens die conditionering slechts 0,7 %(m/m) (zie paragraaf 3.3.4), hetgeen overeenkomt met een toename in volumieke massa van circa 16 kg/m3. Dit ligt in lijn met de volumieke massa’s getoond in tabel 9 voor de betontegels met AEC-vulstof.