Bijlage A – Referentie-elektroden (informatief)
Er bestaan verschillende soorten referentie-elektroden (RE), die berusten op verschillende elektrochemische reacties. De gemeten potentiaalwaarde hangt in absolute zin af van de reactie waarop de referentie-elektrode berust. Bij elke gemeten potentiaal hoort dus bekend te zijn ten opzichte van welke referentie-elektrode is gemeten.
Toelichting
Let op: bij het gebruik van referentie-electroden is gemakkelijk verwarring mogelijk, doordat afkortingen worden gebruikt die op elkaar lijken.
De officiële (elektrochemische) standaardreferentie-elektrode is de zogenaamde waterstof-elektrode (afkorting NHE of SHE), die onder standaardomstandigheden per definitie een potentiaal van 0 V heeft. Deze waterstofelektrode is niet geschikt voor gebruik in de praktijk. Daarom worden veelal andere typen referentie-elektroden gebruikt.
De 'standaard' potentiaal van een bepaald type referentie-elektrode wordt meestal opgegeven ten opzichte van de waterstof-elektrode. In tabel A1 worden globale 'standaard' potentialen gegeven van enkele typen referentie-elektrode, die bij kathodische bescherming van beton worden gebruikt. Tevens worden de voor verschillende typen gebruikte afkortingen alsmede de toepassing aangegeven.
Tabel A1. Referentie-elektroden, afkorting, standaardpotentiaal en gebruik
Naam | afkorting | potentiaal t.o.v. H 2 /H+ (mV) / SHE | toepassing |
---|---|---|---|
Koper-kopersulfaat, Cu/CuSO 4 | CSE | +300 | alleen extern, voor onderzoek (potentiaalmeting) |
Verzadigd calomel | SCE | +244 | alleen extern voor onderzoek, laboratorium |
Zilver-zilverchloride, Ag/AgCl 1) | SSE | +240 | extern en/of ingestort |
Mangaan (dioxide) | MnO 2 | +405 | ingestort |
1) De standaardpotentiaal is afhankelijk van de concentratie KCl. Deze potentiaal varieert van +200 bij verzadiging tot +288 bij 0,1 M; de typisch in de markt verkrijgbare elektrodes zijn +240 mV (bij benadering equivalent aan 0,5 M KCl gevulde vloeistof-elektrodes). |
Naast referentie-elektroden wordt veelvuldig gebruikt van depolarisatiesensoren, waarbij het meest gebruikte materiaal geactiveerd titanium is (vaak aangeduid als DS of met de afkorting Ti*). De potentiaal is enigszins afhankelijk van de poriewatersamenstelling na inbedding, is wat gevoeliger voor temperatuur en vochtigheidsgraad dan RE, maar globaal komt deze overeen met de waarde voor zilver-zilverchloride (SSE) op circa +240mV SHE. Zeer uitzonderlijk worden ook depolarisatiesensoren van lood of grafiet toegepast.