Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

CROW-CUR Aanbeveling 18:2020 Colloïdaal beton
Deze tekst is gepubliceerd op 20-06-23

Voorwoord bij de derde, herziene uitgave

Colloïdaal beton onderscheidt zich van andere betonsoorten doordat het in de plastische fase een taaikleverige samenhang heeft, een langduriger vloeigedrag vertoont en zich zelfverdichtend gedraagt. Deze eigenschappen worden verkregen door het toevoegen van een colloïdale hulpstof aan een daarvoor geschikte betonsamenstelling.
Door de taai-kleverige samenhang van de colloïdale betonspecie (met open dan wel gesloten structuur) is deze goed bestand tegen uitspoeling door water.
Door deze eigenschap kan colloïdaal beton onder anderen worden toegepast in al of niet gewapend onderwaterbeton (afdichting bouwputten), voor het penetreren van in breuksteen uitgevoerde oever- en bodemverdedigingen, afdichten van funderingspalen of -wanden, alsmede voor het vervaardigen van een homogeen beton met open structuur. Het toepassen in deze situaties van colloïdaal beton heeft met name als doel het uitspoelen van de betonspecie tijdens het storten en verharden te voorkomen.
Het speciale karakter van deze betonsoort vraag een specifieke benadering van mengselontwerp en
kwaliteitscontrole. Omdat daarin in de bestaande betonvoorschriften niet wordt voorzien, zijn aanvullende regels vastgelegd in een CROW-CUR Aanbeveling. In CROW-CUR Aanbevelingen wordt veelvuldig verwezen naar normen en vaak worden voor specifieke onderwerpen aanvullende eisen gesteld. De eerste versie (1990) hiervan is vervallen, evenals de tweede, herziene versie (2011). Intussen hebben we de derde, herziene versie (2020). Met de publicatie hiervan zijn de vorige versies vervallen. Deze herziene uitgave is wederom aangepast aan de vigerende normen. Zo wordt er verwezen naar de Eurocode 2 voor betonconstructies NEN-EN 1992-1-1, normen voor additieven NEN-EN 934-2, de uitvoeringsnorm NEN-EN 13670 (2009) en Nederlandse aanvulling NEN 8670. Daarnaast zijn er praktijkervaringen opgedaan waaruit de behoefte naar voren kwam om bepaalde onderwerpen aan te scherpen en eenduidiger te formuleren.
De herziene, derde versie is opgesteld door E. Boerma – Rijkswaterstaat, dienst Grote Projecten en Onderhoud, A. van Leest – CROW, M. Verweij – Cementbouw en G. van der Wegen – SGS INTRON. Ter onderbouwing van de behoeften, wensen en ontwikkelingen vanuit de sector is er een enquête uitgezet naar Rijkswaterstaat, Havenbedrijf en gemeente Rotterdam, betonleveranciers en waterbouwaannemers. De reacties zijn verwerkt in deze herziening.
De inhoud van deze CROW-CUR Aanbeveling 18:2020 is voorafgaand aan het verschijnen, gedeeld met de leden van NEN-normcommissie 353 039 ‘Beton’. De daaruit volgende reacties en commentaren zijn voor zover als mogelijk verwerkt in deze versie.