4.3 Beton- en staalconstructie
4.3 Beton- en staalconstructie
Toetsing van de betonconstructie verloopt volgens de in het Bouwbesluit aangewezen normen (zoals NEN-EN 1992 en NEN-EN 1993).
4.3.1 Betonconstructie
De betonconstructie dient om de gewichten uit het bestaande casco over te brengen op de nieuwe palen. Dit is noodzakelijk omdat de nieuwe palen veelal niet rechtstreeks onder de bestaande muren geplaatst kunnen worden. De volgende soorten betonnen funderingsconstructies komen voor:
- balkenrooster;
- voorgespannen balken;
- tafelconstructie (vlakke plaat).
De uitgangspunten voor de voorgespannen balken zijn vermeld in 5.7.2. Hieronder volgen de uitgangpunten behorend bij de meest voorkomende betonconstructie, de tafelconstructie:
Stijfheid plaat versus stijfheid gemetseld casco
De relatief dunne betonplaat heeft een aanzienlijk lagere stijfheid dan het hierop geplaatste relatief stijve metselwerkcasco. Dit maakt het noodzakelijk om de paalafstand van de nieuwe palen relatief klein te houden, maximaal circa 2,5 tot 3,0 m. Bij grotere paalafstanden is over het algemeen een verstijvingsrib in de plaat nodig.
De relatief dunne betonplaat heeft een aanzienlijk lagere stijfheid dan het hierop geplaatste relatief stijve metselwerkcasco. Dit maakt het noodzakelijk om de paalafstand van de nieuwe palen relatief klein te houden, maximaal circa 2,5 tot 3,0 m. Bij grotere paalafstanden is over het algemeen een verstijvingsrib in de plaat nodig.
Dwarskracht en pons
De dikte van de betonplaat wordt gedimensioneerd op:
De dikte van de betonplaat wordt gedimensioneerd op:
- Pons: dit is afhankelijk van de combinatie van de toelaatbare paalbelastingen en paaldiameter;
- Dwarskracht: de optredende schuifspanning direct naast de bouwmuur dient beperkt te blijven tot Ʈ1;
- Buiging: uitgangspunt voor de wapening is een maximale staafdiameter van 12 tot 16 mm.
Beton sterkteklasse
Voor vlakke plaatconstructies, zeker als deze ook waterkerend zijn, wordt geadviseerd uit te gaan van een maximale beton sterkteklasse C28/35. Bij hogere sterkteklassen dient extra rekening te worden gehouden met scheurvorming ten gevolge van verhardingskrimp en uitdrogingskrimp.
Voor vlakke plaatconstructies, zeker als deze ook waterkerend zijn, wordt geadviseerd uit te gaan van een maximale beton sterkteklasse C28/35. Bij hogere sterkteklassen dient extra rekening te worden gehouden met scheurvorming ten gevolge van verhardingskrimp en uitdrogingskrimp.
4.3.2 Staalconstructies
Staalconstructies in de fundering, zoals bijvoorbeeld stalen consoles, worden in verband met de duurzaamheid over het algemeen volledig omstort met beton.