Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek Funderingsherstel
Deze tekst is gepubliceerd op 23-04-19

5.5 Verlagen van houten paalkoppen

5.5 Verlagen van houten paalkoppen
5.5.1 Algemene beschrijving en toepassingsgebied
Bij een fundering op houten palen kan een te lage grondwaterstand leiden tot droogstand van het hout, met houtrot als gevolg. Bij paalkopverlaging wordt, na het vrijgraven van de houten paalkoppen, het aangetaste gedeelte van de paalkop afgezaagd en vervangen door een stalen drukstuk, de spindel. Dit drukstuk wordt “ingepakt” in een opstort van gewapend beton, zie figuur 5-11.
Bij een klassieke houten paalfundering moet ook de houten balk boven de paalkoppen (het langs- en kesphout) worden verwijderd en worden vervangen door een nieuw aan te brengen funderingsbalk in gewapend beton.
[ link ]

Figuur 5-11 Schets paalkopverlaging (voorbeeld).

Eerst wordt een toegang gemaakt in de stoep of voortuin en een doorgang in de gevel onder het maaiveld. De fundering wordt in de kruipruimte, onder de vloer, ontgraven waarbij de grond in een container wordt opgeslagen of wordt afgevoerd. Het grondwaterpeil wordt zo nodig tijdelijk verlaagd met een drainage aangesloten op een open bemaling. De paalkoppen worden één voor één afgezaagd op 0,5 m beneden de over een periode van minstens 1 jaar laagst gemeten grondwaterstand. Het afzaagniveau moet altijd lager gekozen worden dan binnenonderkant (BOB) van het gemeenteriool om herhaling van droogstand te voorkomen.
De palen dienen na het afzagen proefbelast te worden door het stalen drukstuk op een vooraf bepaalde spanning te brengen. Hiertoe kan de paalkop worden voorzien van een instortvijzel. Na het proefbelasten wordt de paalkop ingestort in de betonbalk.
Bij paalkopverlaging wordt, in tegenstelling tot het aanbrengen van een nieuwe fundering, geen extra geotechnische draagkracht toegevoegd. Na herstel zijn de paalkoppen in staat weer de oorspronkelijke draagkracht te leveren.
Paalkopverlaging is alleen toepasbaar als:
  • de fundering bijna uitsluitend uit vurenhouten palen bestaat, en;
  • alleen de paalkop is aangetast, en;
  • de rest van de fundering voldoet (voldoende draagkracht heeft), aangetoond met een lintvoegwaterpassing en proefbelastingen van palen onder de bouwmuren.
5.5.2 Ontwerpberekening
Uitgaande van de gewichtsberekening en het bestaande palenplan wordt een zo goed mogelijke schatting gemaakt van de aanwezige paalbelasting. Zo mogelijk worden daarbij ook historische gegevens over houten paalfunderingen in Nederland betrokken.
Aangezien het hier feitelijk gaat om constructief herstel zouden geotechnische berekeningen niet strikt noodzakelijk zijn. Vanwege de omgevingsvergunning, zijn dergelijke berekeningen echter wel nodig omdat aangetoond moet worden dat de draagkracht van de paalfundering voldoende is.
De ontwerpberekening richt zich verder op de volgende onderdelen:
  • de kwaliteit en de sterkte van het drukstuk (spindel);
  • de aan te brengen paalbelasting - de vorm en de wapening van de betonbalk.
5.5.3 Bouwplaatsinrichting
Voor paalkopverlaging is geen grote bouwplaats nodig. In de meeste gevallen wordt volstaan met een schaft- en materiaalkeet (of container) ter grootte van twee parkeervakken. De grond die afgegraven wordt voor de paalkopverlaging wordt in de meeste gevallen in de kruipruimte omgeslagen en behoeft dus niet afgevoerd te worden. De inzet en plaatsing van grondcontainers is dan niet nodig.
5.5.4 Voor- en nadelen voor de eigenaar
De voordelen van deze methode zijn:
  • de kosten kunnen relatief laag zijn;
  • het pand blijft in tact zodat de bewoners niet hoeven te verhuizen.
Nadeel van deze methode is:
  • de achterblijvende houten palen kunnen verder aangetast worden bij een toekomstige verdere daling van het grondwaterpeil.
5.5.5 Afspraken met de eigenaar
Omdat het pand tijdens de werkzaamheden gewoon in gebruik is, moeten, in aanvulling op het gestelde in 3.11, de bewoners tijdig worden ingelicht, bijvoorbeeld zodra een van de nutsvoorzieningen in verband met omleggen voor een korte periode wordt afgesloten.
5.5.6 Toezicht / inspectie
Tijdens de uitvoering moeten de volgende zaken goed gecontroleerd worden:
  • het afzaagniveau van de palen;
  • het verwijderen van alle slechte delen uit de achterblijvende paal;
  • indien van toepassing, het verwijderen van het langs- en kesphout;
  • het proefbelasten en op spanning zetten van de palen;
  • de wapening in de balk.
5.5.7 Oplevering
Nadat de aannemer klaar is met de werkzaamheden dient de kruipruimte weer schoon en vlak opgeleverd te worden. Omdat de werkzaamheden geschieden vanuit de kruipruimte zijn er, na het dichtmetselen van de tijdelijke toegang tot de kruipruimte, geen vervolgwerkzaamheden. Aangezien de palen na het afzagen één voor één op de oorspronkelijke spanning zijn gezet, vindt eerst een herverdeling van krachten plaats. Daarna kan worden begonnen met het herstel van de scheuren.
5.5.8 Garantie
De normale garantie is van toepassing mits gegarandeerd kan worden dat de omgevingsfactoren (zoals grondwaterstand) gelijk blijven.