Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn Houten paalfunderingen onder gebouwen
Deze tekst is gepubliceerd op 23-04-19

Voorwoord

Voorwoord
Houten heipalen zijn onderdeel van de geschiedenis en het culturele erfgoed van Nederland. Op instabiele bodems staan veel gebouwen, waaronder honderden jaren oude monumenten, op houten palen. Ook duizenden woningen zijn gefundeerd op houten palen en de laatste decennia zijn in toenemende mate eigenaren van deze panden onverwacht geconfronteerd met het resultaat van een langjarig proces van veroudering van hun fundering. Een grote kapitaalinjectie voor funderingsherstel is dan noodzakelijk om de stabiliteit van het pand te waarborgen. Daarom is een goed inzicht in de kwaliteit van een houten paalfundering noodzakelijk. Die kwaliteit kan bepaald worden door een funderingsonderzoek. Eén breed gedragen richtlijn voor het uitvoeren van funderingsonderzoek kan het vertrouwen in de kwaliteit van het onderzoek vergroten. De richtlijn kan onterechte sloop of niet noodzakelijk funderingsherstel voorkomen.
Aangezien de noodzaak voor een goede beoordeling van houten funderingen al jaren in de branche wordt gevoeld, is direct bij de oprichting van de brancheorganisatie F3O het initiatief genomen om hiervoor een richtlijn te op te stellen. Een richtlijn omdat het funderingsonderzoek vaak over een oude en niet volgens de huidige normen ontworpen constructie gaat die in vele opzichten buiten de bestaande regelgeving valt en waarvan de beoordeling een specifieke en complexe zaak is. De richtlijn is opgesteld door een interdisciplinair team van wetenschappers en praktijkmensen. Door deze samenstelling was de meeste actuele kennis beschikbaar om de complexiteit van interacties tussen houten palen, pand en bodem in een werkbare richtlijn om te zetten. Binnen het onderzoek en beoordeling van funderingen is deze richtlijn voor houten paalfunderingen onder gebouwen de eerste uit een serie. Andere relevante richtlijnen gaan over funderingen op staal en funderingen onder waterbouwkundige constructies.
Bij de totstandkoming van deze richtlijn is met een open structuur gewerkt. De commissieleden, allen lid van F3O, hebben zich vrijwillig aangemeld. Onder voorzitterschap van een F3O bestuurslid heeft de commissie de richtlijn opgesteld en is deze ter goedkeuring voorgedragen aan alle leden en participanten van F3O. Na verwerking van de kritiek is de richtlijn bekrachtigd door het bestuur. Jaarlijks wordt de richtlijn geëvalueerd door de commissie. Wijzigingsvoorstellen worden aan de ledenvergadering voorgelegd ter goedkeuring. Na goedkeuring wordt de richtlijn aangepast.
Bij het samenstellen van de eerste publicatie was de samenstelling van de F3O commissie als volgt: René Klaassen (SHR, voorzitter), Ariën Heddes (toen Lankelma inmiddels FUGRO Ingenieursbureau), Herman Keijer (FUGRO Ingenieursbureau), Peter den Nijs (Wareco), Jan-Willem Oome (Techniek en Methode), Frans Sas (Stadsdeel Zuid-Amsterdam), Jan Stoker (Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam), Hans de Wit (Funderingswinkel). De eerste versie van deze richtlijn is alleen op de website van F3O gepubliceerd. Op basis van opmerkingen uit de branche gedurende het eerste jaar van deze richtlijn zijn in een tweede versie correcties doorgevoerd en een aantal aanpassingen aangebracht in vooral hoofdstuk 1 en 3 (Gebruik richtlijn en beoordeling). Tevens zijn de verwijzingen naar de geotechnische normen aangepast aan de Eurocode. Deze tweede versie is als CURnet-SBR publicatie in september 2012 uitgegeven.
Na drie jaar bleek dat het wenselijk was om een aan aantal wijzigingen door te voeren.
Deze wijzigingen hebben betrekking op de volgende zaken:
  • definiëring van representatieve plaatsen waar funderingsinspecties moeten worden uitgevoerd;
  • duidelijkere omschrijving wanneer houtanalyses toegevoegde waarde hebben;
  • aanpassing van de classificatie waardoor deze beter bij de praktijk aansluit;
  • richtlijnen voor motivering van een specifieke classificatie;
  • geldigheidsduur rapportage.
Wijzigingsvoorstellen zijn aan de leden voorgelegd ter goedkeuring en na goedkeuring is de richtlijn aangepast.
Op- en aanmerkingen over de inhoud van deze richtlijn kunnen worden gemeld aan het bestuur van F3O en zullen in overweging worden genomen bij toekomstige versies. Klachten over onderzoek dat uitgevoerd is conform deze richtlijn kunnen gemeld worden aan het bestuur van F3O. Daarnaast is er ook een mogelijkheid om klachten via het klachtenloket van het KCAF in behandeling te laten nemen. Zie hiervoor www.KCAF.nl.