Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Bemaling van bouwputten en sleuven
Deze tekst is gepubliceerd op 11-05-20

Verklarende woordenlijst

Achterloopsheid Verschijnsel dat grondwater om een constructie (bijvoorbeeld een sluis) heen loopt, en kwel veroorzaakt.
Afstandhouders Componenten (meestal in plastic) die rondom een stijgbuis/filterbuis zijn aangebracht om de buis een centrale positie te geven in een boorgat. Ook wel centreerbeugels.
Airliften Een waterkolom naar de oppervlakte in een putbuis of een boorgat brengen door perslucht onder die waterkolom te spuiten. Ook wel luchtliften.
Anisotropie Verschik in waterdoorlatendheid in horizontale richting (doorgaans groter) ten opzichte van de verticale richting.
Banket Een vlak niveau of terras in een bouwputwand.
Bemaling/bronbemaling Het tijdelijk of permanent verlagen van de natuurlijke grondwaterstand door het oppompen van grondwater.
Bemaling met onderwaterpompen Bemaling met pompen (gemonteerd in dieptebronnen) die zich onder het grondwateroppervlak bevinden en het water naar het maaiveld persen. Ook wel dieptebronbemaling of deepwellbemaling.
Bemaling met plunjerpompen of zuigerpompen Bemaling met pompen die zich aan het maaiveld bevinden en die het water aanzuigen via zuigleidingen.
Bemalingsdiepte De diepte onder het maaiveld tot waar het grondwater verlaagd wordt.
Bemalingsproef Proef waarmee het potentiële pompdebiet, de filteropbrengst en het waterbezwaar bepaald kunnen worden.
Bemalingswater Opgepompt grond- en bodemwater.
Bodemdaling Optelling van inklinking, krimp en oxidatie van de bovenste grondlagen en het samendrukken en deformeren van de diepere grondlagen.
Bodemwater Het water aanwezig in de onverzadigde zone tussen het aardoppervlak en de het verzadigde grondwater.
Boorstaat Log/beschrijving van een boring, met onder andere diepte, grondsoort, kleur, specifieke waarnemingen.
Bouwputstraal De straal van een cirkel met een equivalente omtrek als die van de bouwput.
Bron (dieptebron/bemalingsbron) Een set van filterbuis (met grindomstorting) en stijgbuis met daarbinnen een onderwaterpomp om het water omhoog te pompen.
Centreerbeugels Zie afstandhouders.
Circulaire systemen Systemen zoals KWO of retourbemaling, waarbij er netto geen grondwater wordt onttrokken.
Constructie-eisen Technische voorschriften voor de wijze waarop een inrichting of onderdeel ervan moet worden gebouwd, geplaatst of uitgerust. Dit zijn andere voorschriften dan de inplantingsregels.
Conusweerstand De druk die grond uitoefent tegen de kegelvormige punt van een sondeerstang tijdens een sondering.
Debiet Maat voor het opgepompte volume water per tijdseenheid, meestal uitgedrukt in m³/u.
Debietmeting Meting van het opgepompte volume water per tijdseenheid.
Dieptebronbemaling of deepwellbemaling Zie bemaling met onderwaterpompen.
Drain Een geribbelde en geperforeerde buis, omwikkeld met een synthetisch filter.
Droogteschade Schade door een te lage grondwaterstand.
Dwarsdoorsnede van een oppervlaktewaterlichaam
Effectieve porositeit Deel van het poriënvolume dat migratie van grondwater toelaat.
Elastische berging De elastische berging van een verzadigde grondlaag is het volume water dat vrijkomt uit de berging van een eenheid volume grond onder invloed van een eenheid drukverlaging van het hydraulisch peil.
Filterbemaling Bemaling waarbij het water met verticale filters, een zuigleiding en een zuigerpomp wordt weggepompt.
Freatisch grondwater Het eerst aan te treffen water bij graafwerkzaamheden. Grondwater dat rechtstreeks in verbinding staat met de atmosferische luchtdruk en zich vrij kan bewegen in een watervoerende laag.
Geotextiel Waterdoorlatend, en in sommige gevallen zanddicht, textiel dat in grondwerken gebruikt wordt.
Gespannen watervoerende laag Watervoerende laag die aan de bovenzijde is afgedekt door een ondoorlatende laag en waarin de grondwaterstand hoger is dan de basis van de bovenliggende ondoorlatende laag..
Geroerd grondmonster Grondmonster waarbij de structuur en de pakkingsdichtheid van de grond zijn verstoord.
Gestoken grondmonster Grondmonster waarbij de structuur, watergehalte en de pakkingsdichtheid van de grond zo weinig mogelijk zijn verstoord.
Getrapte bemaling Een filterbemaling in verschillende niveaus (trappen) om in grote bouwputten de grondwaterstand in belangrijke mate (> 4 m) te laten dalen. Ook wel meertrapsbemaling.
Grondwater Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt of dat in direct contact met bodem en ondergrond staat.
Grondwaterstand/grondwaterpeil De hoogte van het grondwater ten opzichte van een referentieniveau (meters minus maaiveld (m-mv), meters + of - NAP).
Haalbuis De buis die in filters is aangebracht en waardoor water naar boven wordt gezogen.
Hemelwater Verzamelnaam voor neerslag, zoals regen, sneeuw en hagel.
Horizontale bemaling Bemaling uitgevoerd met een in de bodem aangebrachte horizontaal geperforeerde ribbeldrain buizen, waarop een pomp is aangesloten, rechtstreeks via een zuigerpomp of via een collectorleiding, een pompput en een dompelpomp.
Hydraulische weerstand c Een maat voor de weerstand van een waterremmende laag of een waterremmende wand tegen doorstroming.
Infiltreren In de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater.
Initieel debiet Het bemalingsdebiet bij het opstarten van een bemaling.
Invloedssfeer/invloedszone Het gebied waarbinnen een bemaling of retourbemaling de grondwaterstand beïnvloedt .
Inzijging Neerwaarts gerichte grondwaterstroming.
Jutteren Techniek om met perslucht filters van bronnen schoon te maken, door de waterkolom in de stijgbuis alternerend in en uit de formatie te drijven.
Kwel Opwaarts gerichte grondwaterstroming.
KWO of WKO Koude- en warmte-opslag
Maaiveldpeil Hoogte van het maaiveld uitgedrukt in minus maaiveld (m-mv), of meter + of - NAP.
Meertrapsbemaling Een filterbemaling in verschillende niveaus (trappen) om in grote bouwputten de grondwaterstand in belangrijke mate (> 4 m) te laten dalen. Ook wel meertrapsbemaling.
Meewerkend poriënvolume Deel van het poriënvolume dat migratie van grondwater toelaat.
m.e.r. Milieueffectrapportage.
Natschade Schade door een te hoge grondwaterstand.
Negatieve kleef Wrijvingskrachten langs funderingspalen bij zettingen, waardoor die funderingspalen extra belast worden.
Onderwaterpomp Verticale pompen in een putbuis die bronnen bemalen om grote verlagingen (> 4-5 meter) te bereiken of grote debieten te pompen. Deze pompen persen het grondwater naar boven (in plaats van zuigen, zoals bij andere bemalingen).
Ongeroerd grondmonster Grondmonster waarbij de structuur, watergehalte en de pakkingsdichtheid van de grond zo weinig mogelijk zijn verstoord.
Ontlastingsbemaling Bemaling om de waterdruk te verlagen en te verhinderen dat het evenwicht van de bouwputbodem verstoord wordt.
Onttrekken van grondwater Het onttrekken van grondwater met een onttrekkingsinrichting.
Onttrekkingsinrichting Inrichting of werk voor het onttrekken van grondwater. Inrichtingen/infiltratiewerken die een samenhangend geheel vormen, gelden als een inrichting. Er is geen sprake van een samenhangend geheel indien:
  • de invloedsgebieden van onttrekkingen en/of infiltraties elkaar niet overlappen;
  • bij onttrekkingen een periode van drie maanden of langer ligt tussen de beëindiging van een onttrekking en het begin van de volgende onttrekking;
  • is aangetoond dat voorafgaand aan een opvolgende onttrekking de grondwaterstand en de stijghoogte in de diepere watervoerende pakketten zich hebben hersteld tot het natuurlijk niveau.
Ontwatering De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drainbuizen en greppels naar een stelsel van grotere waterlopen. De afvoer van water vindt plaats onder vrij verval.
Opbarsting Opbarsten van een bouwput of sleuf door een verstoring van het evenwicht tussen gedeeltelijk afgegraven waterremmende lagen en waterdruk uit onderliggende watervoerende lagen. Zie ook welvorming.
Open- of oppervlaktebemaling Afvoer van vrij uit taluds en putbodem toestromend water en hemelwater door greppels of putten te graven in een bouwput tot een plaatselijk verdiept gedeelte, de pompput, waaruit het water kan worden weggepompt.
Oppervlakte-infiltratie Terugbrengen van opgepompt water in doorlatende oppervlaktelagen met grachten, bekkens of vijvers.
Oppervlaktewaterlichaam Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen volgens de wet, drogere oevergebieden, en flora en fauna.
Partiële wanden Waterkerende wanden die niet tot in een sterk waterremmende laag reiken.
Peilbuis/peilput/peilfilter/piëzometer/waarnemingsput Buis met een geperforeerd element (meestal pvc) die op een specifiek niveau in een boorgat geplaatst is om zo nauwkeurige informatie over de grondwaterstand en stijghoogte te krijgen.
pH Zuurgraad van het water, pH=7 is neutraal; pH < 7 is zuur en pH>7 is basisch.
Plunjerpomp of zuigerpomp Pomp om vloeistoffen met plunjers of zuigers van een lage naar een hoge druk te brengen. Te gebruiken bij bemaling met filters.
Pompproef Proef om de geohydrologische karakteristieken van de ondergrond te bepalen.
Proefbemaling Test van de geïnstalleerde bemaling op doelmatigheid.
Putproef Techniek om de verzadigde horizontale doorlaatfactor van de ondergrond te bepalen door water uit een boorgat te pompen en vervolgens de snelheid te meten waaraan het water in de pompput stijgt. Tegengestelde van een slugtest.
Regeneraat Vrijkomende afvalstroom vanuit het regeneratieproces.
Regeneratie Het schoonmaken van putten, zowel mechanisch (bijvoorbeeld Schoonpompen of schoonspuiten), als chemisch (door gebruik van bijvoorbeeld chloor, waterstofperoxide of een sterk zuur).
Retardatiefactor Factor die weergeeft hoeveel langzamer een bepaalde stof door de ondergrond migreert in vergelijking met het grondwater waarin de stof is opgelost.
Retourbemaling Het opgepompte bemalingswater actief (via onttrekkingsbronnen) op een bepaalde afstand van de bemalingszone terugbrengen/injecteren in dezelfde watervoerende laag (via retourbronnen).
Retourbron Bron om water weer in de ondergrond te laten indringen. Ook wel infiltratiebron.
Retourneren van onttrokken grondwater In hetzelfde watervoerende pakket infiltreren van water zonder wijziging van de kwaliteit; niet met het doel het grondwater aan te vullen.
Retourproef Proef om de opstelling voor een retourbemaling te testen voordat deze in gebruik wordt genomen.
r.w.z.i. Rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Semi-gespannen grondwater Watervoerende laag die aan de bovenzijde is afgedekt door een halfdoorlatende laag en waarin de grondwaterstand hoger is dan de basis van de bovenliggende halfdoorlatende laag.
Sleufbemaling Bemaling om sleuven droog te leggen voor de aanleg van bijvoorbeeld rioleringen of transportleidingen.
Slugtest/falling headtest Techniek om de verzadigde horizontale doorlaatfactor van de ondergrond te bepalen door water in een boorgat te injecteren (of een gekend vast volume in het boorgat te laten vallen) en vervolgens de daling van het grondwater per tijdseenheid te meten. Tegengestelde van een putproef.
Sondering Proef die de weerstand meet om een conus in de grond te drukken.
Stempel Buis die bouwkuipwanden zodanig ondersteunt, dat de bouwkuip stabiel blijft en de vervormingen binnen en buiten de bouwkuip tot een absoluut minimum beperkt blijven.
Spanningsbemaling Bemaling die de stijghoogte van gespannen grondwater zodanig verlaagt, dat er geen welvorming/opbarsten van de putbodem optreedt.
Spoelboring Het maken van een boorgat met spoelwater dat via de boorbuizen in het boorgat wordt gespoten. Het losgeboorde materiaal gaat langs de boorbuizen omhoog. De overdruk houdt het boorgat stabiel.
Stijgbuis Het blind/ondoorlatend gedeelte van een dieptebron/peilfilter dat het filterelement verbindt met het oppervlak.
Stijghoogte Waterniveau in een peilbuis.
Stoorlaag Een verticaal slecht/minder doorlatende laag (bijvoorbeeld klei, leem/silt, veen) binnen een watervoerende laag.
Telemetrie Het met elektronica opnemen en vastleggen van data van bepaalde parameters en het eventueel via zendapparatuur op afstand beschikbaar stellen van de verkregen data.
Vacuümbemaling Bemaling in slecht doorlaatbare bodems met kleine poriën waarin water niet vrij kan stromen.
Verdroging Proces van afnemend wateraanbod (kwantitatief en kwalitatief) waardoor de grondwaterstand in een het gebied met een natuurfunctie onvoldoende hoog is of water van onvoldoende kwaliteit moet worden aangevoerd om een te lage grondwaterstand te compenseren.
Verhang Het relatieve hoogteverschil tussen de grondwaterstand in een filter/bouwput en de algemene grondwaterstand rondom de filter/bouwput.
Verhanglijn Gebogen grondwatercurve waarbij de kromming sterk afhankelijk is van de doorlatendheid van de grond en de intensiteit waarmee gepompt wordt.
Verlagingslijn De afstand (0,05 meter) tot een bemaling waarbinnen een meetbare verlaging van de grondwaterstand optreedt.
Verticale bemaling Bemaling met verticale filters/bronnen.
Verzadigingsgraad Volumeverhouding van de met water verzadigde grond en het ontwaterde poriëngehalte.
Verzilting Toename van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater door natuurlijke of kunstmatige oorzaken.
Waterbezwaar Het totale volume aan water dat weggepompt wordt bij een bemaling.
Waterpeil De hoogte van het water in enig oppervlaktewater ten opzichte van een referentieniveau (meestal minus maaiveld (m-mv)).
Waterstaatswerk Oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk.
Watersysteem Samenhangend geheel van een of meer oppervlakte- en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen of ondersteunende kunstwerken.
Watervoerend pakket aquifer Een bodemlaag die water doorvoert en die aan boven- en onderzijde begrensd is door een slecht doorlatende of ondoorlatende laag of door oppervlaktewater.
Waterremmende laag aquitard Een met water verzadigde grondlaag die weinig doorlatend is.
Watervoerende laag Een grondlaag die voldoende poreus en doorlatend is voor een (belangrijke) grondwaterstroming of voor de onttrekking van (aanzienlijke) hoeveelheden grondwater.
Zandvang Blind buisgedeelte (minimaal 0,5 meter) onderaan een filter, waarin met het water meegevoerde fijne deeltjes (zoals zand) kan bezinken.
Zetting Verticale vervormingen/verplaatsingen van de grond die te wijten zijn aan wijzigingen in de verticale effectieve spanningen, bijvoorbeeld door afname van de waterspanning.
Zwaartekrachtbemaling of openbronbemaling Haalbuis, over een bepaalde lengte omgeven door een geperforeerde filterbuis en geotextiel. De individuele filters zijn verbonden met zuigleidingen om water mee op te pompen.