Sonisch boren van ankerpalen

De sonische boortechniek is oorspronkelijk afkomstig uit de branche van grondboringen. Sinds meerdere jaren zijn verschillende bedrijven in Nederland actief die de sonische boortechniek ook toepassen in de funderingstechniek.

Met de opgedane kennis en ervaring is deze techniek geschikt gebleken voor het aanbrengen van ankerpalen en is het sonisch boren reeds op vele projecten door het land toegepast.

Het sonisch boren van ankerpalen kan plaatsvinden op ankerpalen type B en C.

Bij sonisch geboorde ankerpalen gaat het om een hulpmiddel bij het boren. Een en ander ter vervanging van het traditionele hameren, dat kan worden ingezet zodra het boren zwaar verloopt en de boorbuis in een grondlaag dreigt of al is vastgelopen.

Betreffende ankerpalen worden dus nog steeds geboord, maar is de boormotor uitgerust om bij inschakelen van het sonische systeem zeer snelle trillingen in de boorbuis aan te brengen met geringe amplitude. Deze trillingen doet de bodemmassa in een dunne laag rond de punt en langs de boorbuis tijdelijk verweken. Dit maakt het mogelijk om ook zeer harde bodemlagen te penetreren.

Sonisch geboorde ankerpalen van type B en C mogen niet worden vergeleken met ankerpalen type E, welke met behulp van een dikwandige stalen hulpbuis met bovenop een traditioneel trilblok op diepte worden gebracht (al of niet met bijkomende inzet van fluïdatie). Bij ankerpalen type E wordt er aanmerkelijk meer energie op de stalen hulpbuis overgebracht, en met een naar verhouding lagere frequentie, dan wat er met sonisch boren mogelijk is.

Het voordeel van de sonische boortechniek is dat er, vanwege de geringere hoeveelheid energie die daarbij nodig is in combinatie met de hoge frequentie, anders dan bij ankerpalen type E slechts een beperkte invloed is op de directe omgeving (trillingshinder/zettingen) alsmede de directe omliggende ondergrond. Grondmechanisch gezien is het sonisch installeren van ankerpalen typen B en C te beschouwen als niet-geheel trillingsarm, maar tussenin trillingsarm en niet-trillingsarm.

Een sonisch geboorde ankerpaal betreft dus niet een ander type ankerpaal en zolang de verdere uitvoeringsmethode volgens welke het verankeringslichaam wordt geformeerd gelijk is aan de wijze zoals voorgaand bij ankerpalen typen B en C beschreven, kunnen de daarbij behorende waarden voor de wrijvingseigenschappen en puntweerstandsfactoren conform hoofdstuk 6 ongewijzigd worden toegepast.

Voor specifieke uitvoeringsaspecten zoals bijvoorbeeld het verdiept aanbrengen en afkoppelen van ankerpalen geldt dat deze techniek dezelfde mogelijkheden biedt als bij traditioneel boren.