Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Construeren met grond
Deze tekst is gepubliceerd op 08-01-22

Directe meting

Er bestaan verschillende manieren om grondwaterstanden direct te meten. Veel van deze directe metingen geven informatie over de grondwaterstand op 1 punt. Door de meting te herhalen en meerdere metingen op een oppervlak uit te voeren kan door middel van interpolatie een indicatie van de variatie van de grondwaterstand in ruimte en tijd worden verkregen.
Tabel 4.7.4, Methoden voor bepaling in situ grondwaterstand.
Methode Omschrijving
Waarneming in sondeergat Bij het uitvoeren van een sondering kan in sommige gevallen een waarneming van de grondwaterstand worden gedaan. Deze waarneming heeft echter een grote onbetrouwbaarheid. Bij het interpreteren van de waarneming dient onder andere rekening te worden gehouden met beïnvloeding van de waarneming door;
  • Instorten sondeergat
  • Onstabiele grondwaterstand (er vindt nog toe- / afstroming plaats)
  • Toestroming uit meerdere watervoerende pakketten
Uitvoering CPTu +dissipatietest Bij het uitvoeren van een sondering met meting van de waterspanning, CPTu, wordt de waterdruk ter plaatse van een locatie op de sondeerconus gemeten. De verschillende locaties (u1, u2 en u3) hebben elk hun voor- en nadelen. In voldoende doorlatende zandlagen veroorzaakte de indringen van de conus beperkte wateroverspanningen en kan een indicatie van de hydrostatische waterdukverloop in een zandlaag worden verkregen.
Om de nauwkeurigheid van de grondwaterstandswaarneming te vergroten kan een dissipatietest worden uitgevoerd. Met een dissipatietest wordt de conus op een constante diepte gehouden waarbij het verloop van de waterspanning in de tijd wordt gemeten. Uit het verloop van de waterspanning in de tijd kunnen aanvullende parameters worden afgeleid, zie hiervoor bijvoorbeeld, zie
Waarneming in open boorgat met of zonder casing Bij het uitvoeren van een (hand)boring kan een waarneming van het grondwater in het boorgat worden gedaan. Een waarneming direct na uitvoering van voltooiing van de boring, zoals voorgeschreven in de norm voor het boren, kan een grote onnauwkeurigheid hebben. Zo wordt bij een boring die eindigt in een diep zandpakket, bij een goede doorlatendheid van het zand de stijghoogte van het betreffende zandpakket gemeten. Bij een pulsboring kan de grondwaterstand sterk worden beïnvloed door doorsneden zandlagen en bij pulsboringen die niet verder reiken dan bijvoorbeeld halverwege een dikke kleilaag, is de waterstand in het boorgat vrijwel alleen bepaald door de hoeveelheid pulswater die nog in het boorgat staat. Bij het interpreteren van de waarneming dient onder andere rekening te worden gehouden met beïnvloeding van de waarneming door;
  • Instorten boorgat
  • Onstabiele grondwaterstand (er vindt nog toe- / afstroming plaats)
  • Toestroming uit meerdere watervoerende pakketten
Waarneming(en) in peilbuis geïnstalleerd in boorgat Door het installeren van een peilbuis in een boorgat kan de betrouwbaarheid van de waarneming worden vergroot. Door het installeren van een peilbuis met omstorting wordt een stabiel boorgat verkregen. Bij het uitvoeren van de waarneming dient een voldoende lange wachttijd te zijn aangehouden zodat een stabiele grondwaterstandsmeting wordt verkregen. Door een gerichter filterafstelling met goede afdichting te realiseren kan er een gerichte waarneming van een grondwaterstand in een bepaalde laag worden verkregen. Door het installeren van een automatische datalogger kan een (semi) continue meting worden verkregen. In wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van de aspecten van het meten van grondwaterstanden in peilbuizen.
Waterspanningsmeter Een waterspanningsmeter kan door middel van een sondeerwagen op een gewenste diepte worden weggedrukt. Een waterspanningsmeter kan verschillen in waterdruk meten bij zeer kleine waterverplaatsingen en is hierdoor ook geschikt voor metingen in slechter doorlatende grondsoorten. Bij veen moet echter rekening worden gehouden met mogelijke verstoring van de waarneming door veengas.