Elasticiteitsmodulus, E
Bepaling op basis van classificatie
Kenmerkende waarden van de Elasticiteitsmodulus, E-modulus, zijn in deze classificatietabel afgeleid uit de samenhang met de conusweerstand. Onderstaande waarden van de elasticiteitsmodulus zijn waarden behorende bij een effectieve verticale grondspanning van 100 kPa. Deze secantwaarde wordt genoteerd als E100. Hier is het rekniveau behorend bij de elasticiteitsmodulus echter niet vastgelegd, maar aangenomen mag worden dat deze waarde geldig is voor damwanden en funderingen, rek niveau ca. 10-3.
Tabel 4.4.2, Indicatieve waarden voor de stijfheidsmodulus, onder spanning van 100 kPa, op basis van classificatie.
E100 Waarden gebaseerd op Tabel 2B NEN9997-1+C2:2017* | |||
Grondsoort | q c | Lage waarde | Opmerking |
[-] | [MPa] | [MPa] | [-] |
Veen – slap Veen – matig | 0,1 – 0,2 | 0,2 – 0,5 0,5 - 1,0 | |
Klei - organisch Klei – slap Klei – matig Klei – vastgepakt | 0,2 – 0,5 0,5 – 0,7 1,0 – 1,5 2,0 – 2,5 | 0,5 – 2,0 1,0 – 1,5 2,0 – 3,0 4,0 – 5,0 | Afhankelijk van mate van zandigheid Gecorreleerd met q c waarde: E100 = 2 |
Zand – siltig Zand – los Zand – matig Zand - vast | 8 – 12 5 – 10 10 – 15 15- 25 | 15- 35 15 – 30 30 – 45 45 – 75 | Gecorreleerd met q c waarde:E 100 = 3 |
Grind | 15 - 30 | 45 - 90 | Gecorreleerd met q c waarde:E 100 = 3 |
*In Tabel 2B van NEN9997-1, is voor een eerste schatting van E100 uitgegaan van de volgende relatie:
- Voor zand en grind: E100 = 3 x qc
- Voor klei en veen: E100 = 2 x qc
Bepaling aan de hand van correlatie s
Sondeerdata De elasticiteitsmodulus kan worden gecorreleerd aan de conusweerstand van sondeerdata.
Referentie | Tabel 4.4.3, Indicatieve waarde voor de stijfheidsmodulus op basis van sondeerdata, uit: . | |||
Formule | ||||
Parameters | Symbool | Eenheid | Omschrijving | Opmerking |
E | [MPa] | Elasticiteitsmodulus | Bij 0,1% rek voor jong ongecementeerd silica zand | |
α E | [-] | factor | ||
q t | [MPa] | Gecorrigeerde conusweerstand | ||
σ' v | [MPa] | Verticale effectieve spanning | ||
I c | [-] | Soil behaviour type index | ||
Opmerking | Voor jong ongecementeerd silicum zand |
Statische & Dynamische Plaatdrukproef
In een statische of een dynamische plaatdrukproef kan aan de hand van de gemeten deflectie en de toegepaste belasting van de plaatdrukproef een E-modulus worden afgeschat van de grond in het veld. De E-modulus die bepaald wordt door de plaatdrukproef wordt aangeduid met Ev . De Ev1 wordt bepaald bij de 1e belastingstap die op de grond wordt uitgeoefend en waarbij maagdelijke belasting optreedt. De Ev2 wordt bepaald bij de 2e belastingsstap waarbij de grond wordt herbelast. Dergelijke proeven worden vaak uitgevoerd om de mate van verdichting van de ondergrond te controleren. Voor dit doeleinde wordt de ratio bepaald. Tabel 4.4.4 presenteert de bepaling van de stijfheidsmodulus voor de plaatdrukproef zoals volgt uit de theorie van Boussinesq en zoals opgenomen in de richtlijn DIN:18134 .
Triaxiaalproef
Referentie | Tabel 4.4.4, Bepaling elasticiteitsmodulus uit plaatdrukproeven, uit: , . | ||
Formule | |||
Parameters | Symbool | Eenheid | Omschrijving |
E v | [kPa] | Elasticiteitsmodulus plaatdrukproef | |
v | [-] | Dwarscontractiecoëfficiënt (wordt 0.2 voor gekozen in DIN18134). | |
σ | [kPa] | Toegepaste belasting op de plaat | |
r | [m] | Radius van de plaat | |
s | [m] | Gemeten zakking van de plaat | |
Opmerking | Boussinesq voor zetting onder een stijve ronde plaat (elastisch, isotroop). |
Vanuit de theoretische beschrijving van lineair-elastisch gedrag voor een gedraineerde triaxiaalproef, zie ook paragraaf 3.7.7, waarbij de axiale belasting wordt verhoogd, beschrijft de elasticiteitsmodulus het verband tussen de gemeten rek in het grondmonster en de heersende effectieve grondspanning.
Op deze wijze wordt de secant E-modulus E50 worden bepaald bij 50% van de maximale deviatorspanning q . Dit wordt geïllustreerd door figuur 4.4.3.
[ link ]
Figuur 4.4.3, E50 bij 50% van de maximale deviatorspanning , uit: .
De waarde van de secant E-modulus E50 volgt uit tabel 4.4.5.
Referentie | Tabel 4.4.5, Bepaling van de stijfheidsmodulus op basis van triaxiaalproefdata, uit: ISO 17982-9, . | ||
Formule | |||
Parameters | Symbool | Eenheid | Omschrijving |
E 50 | [kPa] | Elasticiteitsmodulus behorende bij een rekpercentage van 50% | |
q | [kPa] | Deviatorspanning, q = (σ' 1 - σ'3 ) | |
ε 50 | [-] | Rek behorende bij 50% maximale deviatorspanning. | |
Opmerking | Afgeleid vanuit lineair-elastische vervormingstheorie (Hooke’s law). |
De relatie tussen de stijfheidsmodulus en de glijdingsmodulus kan gebruikt worden om een elasticiteitsmodulus te verkrijgen uit ongedraineerde triaxiaalproef. Proeven op klei en veen worden meestal ongedraineerd uitgevoerd, waardoor alleen de ongedraineerde elasticiteitsmodulus bekend is. Echter, de omrekening naar een gedraineerde waarde is nodig als input voor veel materiaalmodellen. Deze gedraineerde waarde kan verkregen worden volgens de formule van tabel 4.4.6. Deze relatie is geldig voor lineair-elastisch grondgedrag. Daarom betreft te bepaling van de gedraineerde stijfheidsmodulus een veelgebruikte praktische benadering.
Referentie | Tabel 4.4.6, Relatie tussen gedraineerde en ongedraineerde stijfheid. | ||
Formule | |||
Parameters | Symbool | Eenheid | Omschrijving |
E 50 | [kPa] | Elasticiteitsmodulus behorende bij 50 % van de deviatorspanning | |
E 50,undr | [kPa] | Elasticiteitsmodulus voor ongedraineerde toestand bij 50 % van de deviatorspanning. | |
G 50 | [kPa] | Glijdingsmodulus bij 50 % van de deviatorspanning | |
v | [-] | Dwarscontractiecoëfficiënt (paragraaf 4.4.3) voor gedraineerde situatie Veelal kan een waarde van = 0.30 worden aangehouden. | |
v undr | [-] | Dwarscontractiecoëfficiënt bij de ongedraineerde situatie (paragraaf 4.4.3); 0.49 | |
Opmerking | Afgeleid vanuit lineair-elastische vervormingstheorie; wet van Hooke. Omdat werkelijk grondgedrag niet lineair elastisch kan worden beschouwd dienen deze omrekenformules met voorzichtigheid te worden toegepast. |