LD-slakken/hoogovenslakkenzand
LD-staalslakken (Linz-Donawitz) ontstaan als reststof bij de productie van staal uit ruwijzer en schroot. LD-staalslakken zijn toe te passen in ophogingen. Meer hoogwaardige toepassingen zijn als funderingsmateriaal of als toeslagstof. Door LD-staalslakken toe te voegen aan ander funderingsmateriaal ontstaan mengsels met civieltechnisch betere eigenschappen. Een LD-mengsel bestaat uit circa 90% LD-staalslakken en 10% gegranuleerde hoogovenslakken en wordt in steeds grotere mate als funderingsmateriaal toegepast.
Hoogovenslakken ontstaan als reststof bij de productie van ruwijzer in hoogovens. Afhankelijk van de wijze van afkoelen en bewerken, ontstaat er hoogovenslak of gegranuleerde hoogovenslak. De fijnere fractie (0/5 mm) van de gegranuleerde hoogovenslak wordt hoogovenslakkenzand genoemd. Van gegranuleerde hoogovenslak wordt circa 90-95% als grondstof voor hoogovencement gebruikt. De resterende 5-10% wordt hoofdzakelijk in hoogovenslakkenmengsels verwerkt. Hoogovenslakkenmengsel is een mengsel van gebroken hoogovenslakken, gegranuleerde hoogovenslak en LD-staalslakken. Door de gunstige civieltechnische eigenschappen ervan wordt hoogovenslakkenmengsel al vele jaren als funderingsmateriaal gebruikt.
LD-slakken en hoogovenslakkenzand kan boven de grondwaterstand worden toegepast als ophoogmateriaal, maar niet zonder aanvullende milieukundige maatregelen. Met de toename van de bodemassen en slakken als secundaire grondstoffen, kunnen in de komende decennia ook grotere hoeveelheden secundaire grondstoffen vrijkomen bij vernieuwingen of aanpassingen in de grond-, weg- en waterbouw. Het is nog niet altijd duidelijk of het civieltechnisch en milieuhygiënisch gezien mogelijk is om deze vrijkomende bodemas en slakken her te gebruiken. Vanaf 1 januari 2020 is door het vervallen van de IBC-categorie een bijkomend probleem dat hergebruik ter plaatse als IBC- bouwstof niet langer een optie is ( [ link ] ).
Toepassing van LD-staalslakken in de onderbouw voor rijkswegen is niet toegestaan in verband met het uitlooggedrag en kans op scheurvorming van het asfalt, .
In tabel 8.1.3, overgenomen uit staan de meest relevante materiaaleigenschappen voor LD-slakken/ hoogovenslakkenzand. De waarden zijn indicatief en gelden bij een verdichtingsgraad groter dan 95%.
Tabel 8.1.3, Typische materiaalkundige eigenschappen LD-slakken/LD-mengsel, hoogovenslakkenzand, uit (CROW 2009).
Materiaaleigenschap | Eenheid | LD-slakken/LD-mengsel | Hoogoven-slakkenzand |
Mechanische eigenschappen | |||
maximale proctordichtheid | kg/m 3 | 1.900 - 2.300 | 1.700 - 1.950 |
CBR-waarde | % | 50 - 80 | 10 - 15 |
dynamische stijfheid, E dyn | MPa | 100 - 250 | n.b. |
inwendige wrijvingshoek, φ’ | graden | n.b. | n.b. |
volumeverandering | % | n.b. | n.b. |
zwel/collapse/krimp | % | n.b. | n.b. |
doorlatendheid | m/s | n.b. | n.b. |
capillaire werking – stijghoogte | m | n.b. | n.b. |
vorstgevoeligheid – heffing | mm | n.b. | n.b. |
Classificatie-eigenschappen | |||
korrel(grootte)verdeling | % < 63 µm | ca. 90 | n.b. |
korrelgradering fijnheidsgetal | - | n.b. | n.b. |
korrelgradering D 60 /D10 | - | ca. 10 | n.b. |
samenstelling (humusgehalte) | % m/m | n.b. | n.b. |
dichtheid korrels | kg/m 3 | 3.100 - 3.400 | 2.400 - 2.900 |
Toestandeigenschap | |||
verdichtingsgraad | % mpd | 95 - 105 | n.b. |
optimum vochtgehalte | % | ca. 5 | n.b. |