Thermisch gereinigde grond
Bij bodemsaneringsprojecten komt verontreinigde grond vrij. Eén van de reinigingsmethoden voor verontreinigde grond is thermisch reinigen. In de drogersectie van een installatie wordt water uit de verontreinigde grond verwijderd en vervolgens worden de verontreinigende stoffen vanaf/-uit de bodem bestanddelen verwijderd in de verdampingssectie. De verhitte, gereinigde grond wordt hierna gekoeld en bevochtigd en is na goedkeuring in de eindcontrole gereed voor hergebruik dan wel andere nuttige toepassingen. Thermische reiniging is geschikt voor alle organisch verontreinigde componenten, als mede voor enkele anorganische componenten zoals cyaniden, kwik en kwikverbindingen. Met thermische reiniging kunnen vastgestelde eindconcentraties worden bereikt onafhankelijk van de ingangsconcentraties.
De materiaalkundige eigenschappen van gereinigde grond zijn onder andere afhankelijk van het bodemtype. Over het algemeen hebben de, eventueel, aanwezige restverontreinigingen geen invloed op de eigenschappen. Thermisch gereinigde grond kan boven de grondwaterstand worden toegepast als ophoogmateriaal, maar niet zonder aanvullende milieukundige maatregelen. Meestal wordt deze grond toegepast in werken zoals geluidswallen, verwerkt in de beton- en asfaltindustrie en toegepast als (tussen)-deklaag op stortplaatsen. Thermisch gereinigde grond is niet geschikt als toplaag als begroeiing daarvan gewenst is. Na de thermische reiniging is de grond steriel. Thermisch gereinigde grond zal ook nooit meer echt levende grond worden omdat elke voorwaarde voor leven erin ontbreekt. Voor civieltechnische toepassingen kan dit echter een positief kenmerk zijn.
De korrelverdeling voldoet meestal aan die van zand voor ophoging en aanvulling . Toepassing van thermisch gereinigde zand- of grond in de onderbouw voor rijkswegen is niet toegestaan in verband met het uitlooggedrag en wisselende samenstelling van het materiaal.